Introductie De Prins Driebergen
andere straat intro kaart foto’s ansichten luchtfoto woningmarkt
Het woongebouw De Prins staat op historische grond. Het nu door Hoofdstraat, Engweg en Korte Dreef ingesloten terrein hoorde ooit tot het ‘kerckenland’ waarvan de opbrengst voor de plaatselijke kerk was. Die van de protestantse religie wel te verstaan. In de 17e eeuw werd op dit stuk grond de kosterij gebouwd, de dienstwoning voor de koster. En daar de koster tevens schoolmeester was, werd een deel van zijn huis bestemd tot school. Ruim drie eeuwen is op deze plaats een school gevestigd geweest, in diverse gedaanten.
De laatste versie, die de naam Emmaschool droeg, is in 1960 afgebroken. Ook de behuizing voor de dominee, de pastorie, vond op dit terrein in 1670 al een plek. Tot 1978 heeft er een pastorie gestaan, aan de Hoofdstraat tegenover de hervormde kerk. Toen liet de gemeente Driebergen-Rijsenburg, die inmiddels het domineeshuis met bijbehorende grond in eigendom verwierf, het slopen.
Op de plaats van school en pastorie werd een groot wooncomplex gebouwd, dat in 1985 gereedkwam en als naam De Prins kreeg. Genoemd naar het nabij gelegen pand De Prins van Oranje (hoek Hoofdstraat/Engweg) waar omstreeks 1715 een herberg werd gevestigd. Dat werd later een van de aanzienlijkste hotels ter plaatse. Toen in 1922 hotel De Prins van Oranje werd opgeheven en werd getransformeerd tot boekenwinkel etc. etc. van W. Kraal en Zonen, werd het daarvan los staande cafébedrijf onder dezelfde naam nog voortgezet. Maar ook daar ging de tap toe; in 1976. De laatste uitbater was Gerrit Swaen, die aan de Traaij in café ’t Swaentje uit dezelfde vaatjes bleef tappen.
Bij het vinden van een passende naam voor dit wooncomplex, waarvoor de staatssecretaris van Volkshuisvesting G.Ph. Brox op 22 november 1984 de eerste steen legde, was het aanvankelijk een en al prins wat de klok sloeg: Prinsenhof, Prinsenhage en – nog erger – Prinsenstaete. Er kwamen ook andere suggesties: Pastorie, naar de gesloopte domineeswoning die hier aan de Hoofdstraat had gestaan. Of zou misschien, gezien de vorm van het gebouw, de naam Triangel passend zijn? Maar ’t werd De Prins, zoals in de volksmond het horecabedrijf De Prins van Oranje altijd had geheten.
Overgenomen uit ‘Heg en Steg’ van Dick Steenwijk
Uitgeverij Stichting Kleine Geschiedenis van de Heuvelrug, 2000
isbn 90-6720-236-3