Introductie Van Oosthuyselaan Driebergen
andere straat intro kaart foto’s ansichten monumenten luchtfoto woningmarkt
Gek eigenlijk dat Petrus Judocus van Oosthuyse, heer van Rijsenburg en stichter van het dorp Rijsenburg, zo lang op z’n vernoeming heeft moeten wachten. Pas in 1925 kreeg hij op Rijsenburg zijn laan. Een mooie, maar wel een beetje smalletjes… Doordat de buitenplaats Kraaybeek in dat jaar in opdracht van de weduwe van Melvill van Carnbee in percelen ter veiling kwam, gingen verscheidene percelen langs de Diederichslaan en aan de nog naamloze Van Oosthuyselaan – tot dan toe een afgesloten eigen weg op Kraaybeek – in verschillende handen over. Er kon gebouwd worden, en dat gebeurde dan ook al spoedig. Voor de weg tussen de Loolaan en de Diederichslaan diende een naam te worden gevonden. Die was er meteen: Van Oosthuyselaan, nu wel! Er was al een keer eerder een poging gedaan om een straat naar hem genoemd te krijgen. Dat was in 1909 geweest, toen de gemeenteraad van Rijsenburg een naam moest vaststellen voor een nieuw aangelegde weg “op het terrein van de heer Tepe”. Maar toen werd de suggestie om hier Van Oosthuyse te vernoemen nog terzijde gelegd, en werd de naam Kerkstraat gekozen. Waarschijnlijk hadden de Rijsenburgers toen nog niet zo’n hoge hoed van hem op.
Petrus Judocus van Oosthuyse (1763-1819), afkomstig uit Meulebeke in Vlaanderen, kwam in de Franse tijd (1795-1813) tot grote welstand. Als hoofdleverancier van de Bataafse en Franse legers in Nederland, maakte hij in 1804 kennis met Driebergen en omgeving toen de Franse opperbevelhebber op Driebergs grondgebied – het later aan de gemeente Zeist toegevoegde Austerlitz een groot legerkamp vestigde. Van Oosthuyse kocht zich in deze streek in, binnen de kortste keren had hij honderden hectaren grond in eigendom. Ook werd hij eigenaar van het landgoed en het huis Sparrendaal. In 1806 verwierf hij, behalve het grootste deel van het grondgebied van de heerlijkheid Rijsenburg, ook de heerlijke rechten over deze zgn. ambachtsheerlijkheid. In de periode 1809-1811 liet hij de dorpskern van Rijsenburg (r.k. kerk, kerkplein met 12 woonhuizen en een tegenover liggende dorpsherberg) bouwen.
Driebergen-Rijsenburg is niet de enige gemeente waar Van Oosthuyse een straatnaam heeft gekregen. Ook de gemeente ‘s-Gravenzande, dicht bij Den Haag, heeft een Van Oosthuijzelaan. Ondanks het verschil in spelling gaat het terdege om een en dezelfde persoon. Want ook in die contreien was Petrus Judocus als grootgrondbezitter – o.m. als eigenaar van het uitgestrekte Staelduinense bos – een heerschap van importantie. Tevens werden zijn echtgenote Magaretha de Jongh en zijn nazaten de Van Rijckevorsels in ‘s-Gravenzande met een straatnaam bedacht.
Overgenomen uit ‘Heg en Steg’ van Dick Steenwijk
Uitgeverij Stichting Kleine Geschiedenis van de Heuvelrug, 2000
isbn 90-6720-236-3