Introductie Oosterlaan Driebergen
andere straat intro kaart foto’s ansichten luchtfoto woningmarkt
De oorspronkelijke Oosterstraat, daterend van omstreeks 1910, liep aanvankelijk – net als nu weer – vanaf de Traaij tot aan de hoek van de huidige Oosterlaan. Omstreeks 1924 sloeg de woningbouw daar de hoek om, naar wat nu de Oosterlaan heet. Maar voor het nieuw in exploitatie genomen terrein werd niet meteen aan een nieuwe naam gedacht; ook dat stuk werd gemakshalve voorlopig nog als Oosterstraat aangemerkt. Maar toen kort daarna nog twee nieuwe straten werden aangelegd, beide tussen het verlengstuk van de Oosterstraat en de Traaij, en als respectievelijk 1e en 2e Oosterdwarsstraat aangeduid, besloot de gemeenteraad in 1934 de naamgeving in dit stukje Driebergen te verduidelijken (en te verfraaien?). Van dwarsstraten wilde men niet weten, van een 1e en een 2e al helemaal niet! En straat, dat was ook al niet fraai.
Zodoende werd het verlengde deel van de Oosterstraat – vanaf de hoek tot in het bos – de Oosterlaan, waarin en passant ook de 2e Oosterdwarsstraat werd meegenomen. De 1e Oosterdwarsstraat werd tegelijkertijd opgewaardeerd tot Oosterdwarslaan.
Aan de Oosterlaan – die toen dus nog Oosterstraat heette – lag sedert 1913 de gemeentelijke asvaalt/vuilnistortpIaats, een terrein van een paar duizend vierkante meter, waarop ook een verbrandingsoventje stond. De vuilnistortpIaats lag ongeveer halverwege tussen de Oosterstraat en de Oosterdwarslaan, grofweg ter hoogte van de huidige woningen Oosterlaan 85-95. In 1927 werd de stortpIaats gesloten, het terrein werd gekocht door de plaatselijke bouwer P.W. van der Horst. De gemeente bestemde een deel van het gestorte vuil tot verharding van de paden van de in aanleg zijnde nieuwe begraafplaats. Op de Akker, vlak achter de Rosariumlaan, werd een nieuwe asvaalt ingericht.
Dat omstreeks 1925 de belangstelling voor woningbouw aan de Oosterstraat merkbaar toenam, had alles te maken met de ontwikkeling van het bovendorp, waar aan de andere kant van de Traaij ‘het plan Van Waveren’ gestalte kreeg.
Overgenomen uit ‘Heg en Steg’ van Dick Steenwijk
Uitgeverij Stichting Kleine Geschiedenis van de Heuvelrug, 2000
isbn 90-6720-236-3