Introductie Nijendal Driebergen
andere straat intro kaart foto’s ansichten monumenten luchtfoto woningmarkt
In 1857 kocht J.C. de Joncheere uit Utrecht een stuk grond aan de straatweg te Rijsenburg om er een buitenhuis op te zetten. Dat huis stond er al gauw, en werd Otra Banda genoemd. De naam werd geïmporteerd van Curacao, waar mevrouw De Joncheere vandaan kwam. ‘De Andere Kant’ zou het op z’n Nederlands geheten hebben. Een latere bewoner veranderde de naam in Nijendal.
In 1964 heeft de gemeente Driebergen-Rijsenburg de buitenplaats gekocht om een goede ontsluiting te realiseren voor het industrieterrein en sportpark De Woerd. In 1966 werd over het terrein van huize Nijendal een stuk weg aangelegd, aansluitend op respectievelijk de Schaepmanlaan en de Kleinloolaan. Aan verbinding met de wijk De Wildbaan was nog niet gedacht, dat kwam pas een jaar of twintig later aan de orde. Die korte straat ging kortweg Nijendal heten, waarlangs alle vrachtverkeer met bestemming het industriewijkje aan de Kleinloolaan werd afgewikkeld. Aanvankelijk leidde dit tot enig gemor onder de bewoners van de fraaie bungalows die al vrij snel aan het Nijendal waren opgetrokken. Die hadden geen behoefte aan vrachtwagengeronk. Een daar al jaren aanwezig transportbedrijf zag zich zelfs gedwongen te vertrekken… Pas omstreeks 1984 werd de weg doorgetrokken tot de Damhertlaan en werd Nijendal de belangrijkste toevoerweg naar de wijken Wildbaan en Hoenderdaal. En uiteraard ook voor het Driebergse ‘industriepark’. Ach, alles went. Het huis Nijendal was in de laatste jaren van z’n bestaan eigendom van het Centraal Opleidingsinstituut voor de Levensmiddelenbranche. En dit C.O.L. bestond het om, na de sloop van Nijendal, in 1980 een soort schoenendoos van baksteen neer te zetten op de hoek van de weg Nijendal en de Hoofdstraat, als nieuw onderkomen voor de in opleiding zijnde kruideniers en kruideniersters. Het C.O.L. is al lang weg uit Driebergen, maar ’t dorp zit mooi (nee, niet mooi) met het gebouw opgescheept. Gelukkig dat het gebouw ’s zomers door een paar flinke bomen gedeeltelijk aan het zicht wordt onttrokken.
Overgenomen uit ‘Heg en Steg’ van Dick Steenwijk
Uitgeverij Stichting Kleine Geschiedenis van de Heuvelrug, 2000
isbn 90-6720-236-3