Introductie Kerkplein Driebergen

andere straat

  intro  kaart  foto’s  ansichten  monumenten  luchtfoto  woningmarkt



“Het hart van Driebergen-Rijsenburg ligt op het Kerkplein van Rijsenburg”. Je hoort het hem zeggen: Jan van Aarnhem, aan het Kerkplein net niet geboren doch zeer wel getogen, en zeer overtuigd van de importantie van de inbreng van het voormalige dorpje Rijsenburg in de in 1931 gevormde gemeente Driebergen-Rijsenburg. Hij vindt dit plein het fraaiste wat de gemeente aan dorpsschoon te bieden heeft. En dat steekt hij, met een knipoog naar de historische realiteit van zijn hier geciteerde uitspraak, niet onder stoelen of banken. In zijn waardering en bewondering voor het dorpsplein van Rijsenburg staat hij niet alleen, in 1967 werd het Kerkplein door de rijksoverheid tot beschermd dorpsgezicht verklaard.
Rond 1810 liet de heer Petrus Judocus van Oosthuyse, een ondernemer van Vlaamse oorsprong, een dorpskern voor een nog niet eens bestaand dorp Rijsenburg bouwen. Op de tekentafel van de Haagse bouwmeester Tollus werd dat een min of meer halfrond dorpsplein, met een bebouwing in z.g.n. Empire-stijl. Het plein werd aan de bovenzijde doorsneden door een ‘landstraat’, de zandweg van Utrecht naar Arnhem. ’t Meest kernachtig was de zuidzijde, met een kerk en twee huizenblokken ter weerszijden, in een halfgebogen vorm. Aan de overkant van de straatweg een logement of herberg annex stallingen en opnieuw een blok huizen.
Op de stijlvolle bebouwing van het plein zijn in de loop der jaren heel wat aanslagen gedaan, waarbij vooral de gevelindeling het moest ontgelden. Maar gelukkig is er toch nog weer het één en ander ‘teruggerestaureerd’. En over restauratie gesproken: in 1987 kreeg het echtpaar Jan en Nolly van Aarnhem de Heemschutprijs voor de zorgvuldigheid waarmee zij hun Kerkpleinwoning via een ingrijpende verbouwing op een historisch verantwoorde wijze vorm en inhoud hadden gegeven. Maar een nog veel belangrijkere restauratie aan het Kerkplein werd uitgevoerd in de jaren 1976-1978: die van de kerk St. Petrus Banden, in 1810 door het echtpaar Van Oosthuyse-de Jongh gesticht, als aanzet tot de ontwikkeling van een dorp dat een rooms-katholieke leefgemeenschap zou moeten worden. De kerk verkeerde in 1975 in deplorabele toestand, vooral het oorspronkelijk deel uit 1810 toonde gebreken. Wim Harzing ontketende toen een actie die resulteerde in een grondig aangepakte restauratie.
Eén vroegere bewoner van het Kerkplein is hier zeker vermeldenswaard: Alfred Tepe.

Overgenomen uit ‘Heg en Steg’ van Dick Steenwijk
Uitgeverij Stichting Kleine Geschiedenis van de Heuvelrug, 2000
isbn 90-6720-236-3