Introductie Jachtlaan Driebergen
andere straat intro kaart foto’s ansichten luchtfoto woningmarkt
Met de Jachtlaan, daterend uit 1978, lijkt de grens van de bebouwing in de richting van de Langbroekerwetering te zijn bereikt. Verder uitzakken naar onderen zou uit oogpunt van landschappelijk schoon en milieu door geen enkele beugel kunnen. Het Wildbaanplan is met de Jachtlaan afgezoomd, de gekozen naam past prima in een gebied waar zoveel wild heeft gezeten. in naam althans.
Jacht was bij de natuurvolken, waartoe ook onze verre voorzaten behoorden, een van de voornaamste bronnen van bestaan. Naarmate de beschaving voortschreed diende de jacht meer doelen, o.m. ook de bescherming van veldgewassen tegen wildvraat. Of het vermaaksaspect van de jacht ook zoveel met voortschrijdende beschaving van doen heeft, daar wordt heel verschillend over gedacht… Maar dat vermaak schijnt dan toch voor sommigen weer bittere ernst te zijn: zij ‘beheren’ slechts de natuur tot groter welzijn van dier en mens.
In de Middeleeuwen was de jacht voorbehouden aan de adel, de boeren dienden met hun poten en hun wapens van ’t wild af te blijven. Tegenwoordig is de jacht gebonden aan de Jachtwet en aan jachtvergunningen, desondanks is de groep van jachtgerechtigden groter dan in voorbije eeuwen. Toch staat het jachtrecht onder druk, diverse actiegroepen vinden het jachtvermaak niet meer van deze tijd. Waarop de jagers zich haastten duidelijk te maken dat hun hobby niets met vermaak van doen heeft, niets meer of minder dan bittere noodzaak… De staatssecretaris die anno 2000 de natuur beheerde vond dat ook. Zodoende schreef ze in mei van dat jaar dat Nederland nu eenmaal een te klein en te dichtbevolkt land is om de omvang van wildstand het resultaat van een natuurlijk proces te doen zijn, hoe graag we het natuurlijk en biologisch evenwicht ook willen herstellen. En dus zullen de jagers met lood in de schoenen en hun geweren moeten blijven schieten. Hoe spijtig ze ’t ook mogen vinden…
Overgenomen uit ‘Heg en Steg’ van Dick Steenwijk
Uitgeverij Stichting Kleine Geschiedenis van de Heuvelrug, 2000
isbn 90-6720-236-3