Introductie Hogesteeg Driebergen

andere straat

  intro  kaart  foto’s  ansichten monumenten luchtfoto  woningmarkt



Twee keer is er een aanslag beraamd op de naam Hogesteeg. In 1935 was het het raadslid Dorresteijn die dat voorstelde de naam te veranderen in Hoogelaan, of nóg mooier, in Beukenlaan. Hoewel zijn argumentatie in de notulen van de gemeenteraad verzwegen bleef, laat het zich wel haast raden: status! En in 1946 waren het B&W zélf die met een voorstel kwamen: om Hoogesteeg en Parklaan te herdopen in respectievelijk Churchilllaan en Rooseveltlaan. Daar had de gemeenteraad eigenlijk best oren naar, ware het niet geweest dat raadslid Van der Ham dan ook een laan vernoemd, wilde hebben naar Stalin! Het voorstel werd aangehouden, om vervolgens stillekens uit de aandacht te verdwijnen.
En zo heet de Hoogesteeg nog steeds de Hogesteeg, alleen één oo-tje is gesneuveld. Nog steeds, de naam is immers al zo’n 200 jaar in gebruik. Toen Jan Carel van der Muelen, heer van Maarssenbroek en eigenaar van het buiten Dennenburg in Driebergen, in 1806 op een kladje de tot Dennenburg behorende gronden opschreef, noteerde hij ook ‘de hooge Steeg’, de hoofdlaan van Dennenburg naar de ‘landstraat op Utrecht’. Andere namen uit het genoemde documentje duiden akker- en weidepercelen aan, o.a. ‘grote Eng, kleine Eng, de Geer, lange Akker’.
De Hogesteeg zal niet eerder dan rond 1723 zijn ontstaan, toen de Utrechtse notabele Jan Carel van der Muelen Dennenburg kocht van een altijd wat duister gebleven baron Louis Knoppert. Pas onder Van der Muelen is Dennenburg een echte buitenplaats geworden, met een royaal herenhuis en een omringend park. Voor die tijd was wat we nu kennen als Dennenburg niet veel meer dan een boerderij – heel passend De Hoeve geheten – met een zgn. herenkamer, waar ’s zomers door de stadse eigenaar met z’n gezin werd gewoond. Een werkelijke buitenplaats zonder een formele oprijlaan was ondenkbaar, en zodoende werd die alsnog aangelegd, in een rechte lijn vanaf het herenhuis tot aan de Hoofdstraat. En evenmin mocht een vaart niet ontbreken, voor aan- en afvoer over water. Dus kwam er de Rodenbergsevaart, vanaf het huis Dennenburg naar de Driebergse Meer, een watertje dat parallel liep aan de Langbroekerwetering en pas onder Odijk uitmondde in de Kromme Rijn.
Sinds Dennenburg een soort partycentrum is geworden, wordt ter meerdere eer en glorie van de gezochte klandizie nogal snorkerig gedaan over de ‘rijke’ historie van deze 18e eeuwse buitenplaats, waar zelfs voormalige landsheren als keizers en bisschoppen zouden hebben verpoosd. Flauwekul van de onderste plank.
Op oude ansichtkaarten is te zien dat de toegang tot de Hogesteeg vanaf de Hoofdstraat met een witte balk kon worden afgesloten, als eigen weg van Dennenburg. Pas in 1927 kreeg de weg de status van openbare weg en werd er gebouwd aan de Hogesteeg, o.m. door/voor de hereboer en dorpsnotabele Jan van Selm en het rusthuis Rehoboth van de ‘zusters’ Ligtvoet en Stolker, gebouwd in 1931, in 1998 afgebroken, in 1999 weer opgebouwd als een gloednieuw zorgcentrum. Kornpleet met – let op het jargon – zorgeenheden en inleunwoningen. Eén uitzondering wat de datering van de bebouwing betreft: al in 1906 werd Hogesteeg 3-5 gebouwd. De ene helft als stalgebouw, de andere helft als koetsierswoning. Opdrachtgever: de heer Manger Cats, eigenaar en bewoner van het huis Sterrenbosch.
In 1929 werd de sloot die langs de Hogesteeg liep – feitelijk een stuk van het beekje ‘Het lekkere watertje’ dat door de Welgelegenlaan stroomt – gedempt met de aarde die beschikbaar kwam door het graven van de Oranjevijver, en vervangen door een fors riool. In 1961 werd ook het verloop van de Hogesteeg gewijzigd, de uitmonding op de Engweg werd enigszins verlegd om een haakse aansluiting op die weg te krijgen. Vandaar dat de Hogesteeg nu niet meer in één rechte lijn op het huis Dennenburg toe loopt.

Overgenomen uit ‘Heg en Steg’ van Dick Steenwijk
Uitgeverij Stichting Kleine Geschiedenis van de Heuvelrug, 2000
isbn 90-6720-236-3