Introductie Drieklinken Driebergen

andere straat

  intro kaart  foto’s  ansichten  monumenten  luchtfoto  woningmarkt



De naam Drieklinken werd voor voor ’t eerst officieel gebruikt bij de volkstelling van 1879. Maar welbeschouwd was er in dit geval geen sprake van een straatnaam, de naam Drieklinken werd hier nog gebezigd als een buurtnaam. Zo werd b.v. ook het gezin van hoofdonderwijzer Bongers genoteerd als wonende in de Drieklinken, al stond de onderwijzerswoning schuin achter het schoolgebouw aan de tegenwoordige Korte Dreef. Er woonden anno 1879 in deze omgeving zo’n 14 gezinnen. Een stuk van de Drieklinken, gelegen tussen Engweg en ‘Het Wapen van Driebergen’ kreeg op verzoek van de aanwonenden in 1896 de naam Wilhelminastraat, terwijl het deel tussen stalhouderij Versteeg (nu: tankstation Hoek) en de Hoofdstraat geleidelijk aan tot de Engweg werd gerekend. Zodoende restte omstreeks 1900 als Drieklinken nog slechts een zandweg, die vanaf de Engweg na een flauwe bocht doodliep bij boerderij De Engelenburg.

Het telwoord ‘drie’ kán slaan op de wegendriehoek die hierboven werd aangegeven, zeker is dat allerminst. De straatnaam Drieklinken werd officieel vastgesteld bij raadsbesluit van 22 augustus 1889. Maar dat de naam al veel langer in de volksmond lag blijkt uit het feit dat een Haagse notaris reeds in 1831 gewag maakt van een te Driebergen gelegen’… huizinge genaamd Drie Klinken’, toen hij de gezamenlijke eigendommen van moeder en dochter Van Oosthuyse op papier zette. Hoe dat ook zij, in 1884 is er duidelijk sprake van een boerenhofstede De Drie Klinken, eigendom van de heer Labouchère te Doorn, die in dat jaar de vereiste gemeentelijke toestemming vraagt om de kap van de hooiberg, staande op zijn hofstede De Drie Klinken, met een brandbare stof (d.w.z. met stro) te mogen bedekken. In 1887 geeft Labouchère zwart op wit toestemming aan zijn pachter, boer Van Essen, om ‘ … telken Zondag tot weder opzeggens toe, een gedeelte van bovengenoemde hofstede, af te staan tot het houden van Godsdienstoefeningen ten dienste van de nieuwe gereformeerde of doleerende kerkpartij te Driebergen’. En daarmee is precies duidelijk wáár hofstede De Drie Klinken lag, want de boerderij van Van Essen is (kerk)historisch welbekend. Zij het onder een andere, een latere naam: Butchers Delight. Dat zal een grapje zijn geweest van de eigenaar, die met dit ‘slagersvreugd’ zinspeelde op één van de activiteiten van boer Van Essen: schapenslachter. De boerderij lag schuin tegenover het nog bestaande witte boerenhuisje op de hoek van de Drieklinken, waarin vroeger groenteboer Van Veenendaal – bijgenaamd Dikke Job – heeft gewoond. Even verderop werd, gelijktijdig met de woningbouw op Bouwlust, in 1951 een rijtje ‘gemeentewoningen’ gebouwd.

In 1966 werd, na ’t dempen van het bovenste deel van de zgn. Schippersvaart, een nieuwe weg aangelegd die van het nog resterende stukje Drieklinken in de richting van de Rijsenburgselaan ging. Een deel van de Buzziburglaan (die in een L-vorm van de Rijsenburgselaan naar de Hoofdstraat liep) werd in die weg opgenomen. De woningen Buzziburglaan 18 t/m 26 werden toen Drieklinken 55 t/m 63.

Omstreeks 1870 werd de r.k. begraafplaats van Rijsenburg, die sedert 1810 naast en achter het kerkje had gelegen, verplaatst naar de huidige plek aan de Drieklinken. Het neogotische kapelachtige gebouwtje dat tegenover de ingang van ’t kerkhof ligt is ooit door Alfred Tepe  gebouwd als koetshuis voor het Tepehuis op Kerkplein 8. Later was het de kolenopslagplaats van een Rijsenburgse brandstoffenhandelaar. Het koetshuis hoort nu bij villa Buzziburg.

Ook de nieuwe Drieklinken werd bij de aanleg in 1966, zoals dat in het Wildbaanplan meer het geval was, nogal royaal bemeten. Met als gevolg dat het een weg bleek die sommige automobilisten aanzette tot ‘scheuren’, tot groot verdriet van de aanwonenden en ongerief voor bescheidener verkeersdeelnemers. Sedert juni 2000 wordt de Drieklinken ter hoogte van het Jagerspad gekruist door een voorrangsfietsroute, een flitsende snelweg voor fietsers (m/v). Uitkijken dus!

Overgenomen uit ‘Heg en Steg’ van Dick Steenwijk
Uitgeverij Stichting Kleine Geschiedenis van de Heuvelrug, 2000
isbn 90-6720-236-3

Free counters!