Introductie Buzziburglaan Driebergen
andere straat intro kaart foto’s ansichten monumenten luchtfoto woningmarkt
De naam Buzziburg hoorde oorspronkelijk bij de witte boerderij die nu op de hoek van de Buzziburglaan en de Drieklinken staat. Zoals alle boerderijen die beneden de Hoofdstraat lagen, had ook deze boerderij – die dateert uit het eerste kwart van de 19e eeuw – een eigen uitweg naar deze straat. Dat boerenpad zal, naar het spraakgebruik van toen, als de steeg (ook wel laan) van Buzzi burg zijn aangemerkt. Die steeg was echter niet de tegenwoordige Buzziburglaan – die achter de boerderij langs loopt – maar lag aan de vóórkant van de boerderij. Een deel van de beplanting van deze boerensteeg is nog zichtbaar, in de vorm van een rij heel oude eiken. Volgens een kadastraal situatieschetsje uit 1829 kenden de Rijsenburgers dit pad ook wel als ‘het Hellegat’. Ook in gemeenteraadsnotulen uit 1832 wordt dit Hellegat genoemd, als in het plaatselijk Reglement van Politie wordt vastgelegd dat de kom der gemeente Rijsenburg wordt gerekend vanaf het Hellegat tot voorbij de buitenplaats Pietersberg (nu: Beukenstein). En als in 1856 een nieuwe Politieverordening wordt opgesteld heet het daarin letterlijk: “…de Rijksstraatweg vanaf het Hellegad bij Busienberg tot aan de zoogenaamde Loolaan.
De Buzziburglaan zoals die thans loopt is pas ontstaan in de jaren 1910-1913. Daar liep toen een pad dat diende als achterinrijlaan van huize De Wildbaan, gelegen tegenover Sparrendaal. Via die inrijlaan werden de stallen, het koetshuis en de koetsierwoning van de Wildbaan bereikt. De laan was dus privé-bezit, al zullen Buzziburgers daar ook wel gebruik van hebben mogen maken. In 1910 rees er een probleem, de eigenaresse van De Wildbaan verkocht een stuk grond aan deze inrijlaan, op de hoek met de Hoofdstraat. Daarop zou een villa worden gebouwd. De gemeente weigerde echter een bouwvergunning: de hoofdingang van de geprojecteerde woning lag niet aan de Hoofdstraat, maar aan de achterinrijlaan van De Wildbaan. En dat was géén openbare weg! Goede raad was niet duur, de weg werd ‘om niet’ overgedaan aan de gemeente als openbare weg. Het huis Vrije Nesse werd gebouwd, en de achterinrijlaan van huize De Wildbaan heet sedertdien – 12 december 1913 – Buzziburglaan. Totdat in 1966 de Drieklinken werd doorgetrokken tot de Rijsenburgselaan, heette ook het deel van de laan dat naar de stallen van De Wildbaan leidde nog Buzziburglaan. Bovendien ging ook het stuk tussen de huidige Buzziburglaan en de Rijsenburgsesteeg als Buzziburglaan door het leven, al noemde men dat op Rijsenburg liever de Kerkhoflaan…
Voor de naam Buzziburg is nog geen bevredigende verklaring gevonden. Aangezien de boederij door Van Oosthuyse is gebouwd zal die ongetwijfeld de naamgever zijn, maar waar hij ‘Buzzi’ vandaan heeft gehaald is nog niet duidelijk. Maar laten we eens een gokje wagen: Van
Oosthuyse had uitstekende relaties binnen de rooms-katholieke clerus, tot in het hoofdkwartier te Rome toe. Zou in die kringen mogelijk een hoogwaardigheidsbekleder van die naam kunnen worden gevonden? Dat het Engelse werkwoord ‘to buzz’ (=gonzen, roezemoezen) aan de naam ten grondslag ligt is onwaarschijnlijk, niets wijst erop dat Van Oosthuyse anglofiel was.
In 1829 kreeg de pachter van de boerderij – Albertus Kobus – toestemming van de eigenaar om op ’t erf een logiesverblijf neer te laten zetten, bestemd om in gedeelten te worden verhuurd als zomer- en winterverblijf. In de loop der ja~ ren is dit gebouw in een aantal fasen getransformeerd tot een aanzienlijk huis, dat de boerderij meer en meer in de schaduw zette, waarbij ongemerkt het huis de naam van de boerderij overnam. Meer dan vijftig jaar lang is het huis Buzziburg in de 19e eeuw bewoond geweest door jonkheer Van Gelre van Vrijberghe van Westenschouwen.
Overgenomen uit ‘Heg en Steg’ van Dick Steenwijk
Uitgeverij Stichting Kleine Geschiedenis van de Heuvelrug, 2000
isbn 90-6720-236-3