Hoofdstraat 25 Bloemenheuvel
Foto Renk Knol 2000
Het witgepleisterde neoclassicistische herenhuis is omstreeks 1845 gebouwd voor Christiaan Hendrik Cordes (1802-1869), suikerfabrikant uit Amsterdam. In 1847 werd hij burgemeester van Driebergen en in 1851 ook van Rijsenburg. Ook de gemeente Sterkenburg hing hem de ambtsketen van het burgemeesterschap om. Het huis werd Hoogerheide genoemd, maar na zijn dood kwam de naam Bloemenheuvel in zwang. Deze naam is mogelijk afgijgeid van de vele bloemen die in de tuin stonden; meer waarschijnlijk is dat het buiten naar de vrouw van Cordes, Hendrika Bloemen (1811-1881), is genoemd. Het blokvormige pand bestaat uit twee bouwlagen onder een afgeplat schilddak, gedekt met leien. De beide zijvleugels met een plat dak zijn in 1925 toegevoegd door de firma D. Appels en Zn. in opdracht van M. van Notten. Omstreeks 1985 is het pand, dat in gebruik is als kantoor, geheel gerenoveerd en zijn de oorspronkelijke tuindeuren en persiennes weer aangebracht. In die periode is het koetshuis tot kantoorruimte verbouwd en is een tweede in dezelfde trant bijgebouwd. Het hoofdgebouw heeft een symmetrisch ingedeelde voorgevel met een risalerende middenpartij, bekroond door een fronton waarin twee boogvensters zijn geplaatst. Op de verdieping bevindt zich een hangend balkon ondersteund door consoles en voorzien van een fraai smeedijzeren hekwerk en luifel gedragen door smeedijzeren staanders. Een drietal dubbele openslaande deuren met bovenlicht geeft toegang tot het balkon. De dubbele draaivensters met bovenlicht op de verdieping en de tuindeuren op de begane grond zijn voorzien van een omlijsting en persiennes. Een geprofileerde cordonband zorgt voor een horizontale geleding.
In het omringende park zijn nog restanten van de oorspronkelijke negentiende-eeuwse aanleg te vinden, zoals een groep monumentale rode beuken en moerascypressen bij de kleine waterpartij achter het hoofdgebouw. Van de zuidelijke oprijlaan resten nog de lindebomen. Aan de achterzijde grenst het park aan een oude hoogstamboomgaard. Aan de overzijde van de Hoofdstraat ligt een glooiend weiland met enkele solitaire bomen als restant van de voormalige overtuin.
Arch: Kad. legger art. 102/1 en 3 nrs. A 249 en A 263; BV-9. Lit: Buro Maas, 1981, 1 nr. 6; Craandijk, 1883, p. 204.
besluit: 02071996 categorie 2 dbr 127
bron: Monumenten Inventarisatie Provincie Utrecht, 1996; Driebergen-Rijsenburg, Geschiedenis en Architectuur