Buzziburglaan 16

 

 

Foto: Renk Knol 2000

 

De gepleisterde dwarshuisboerderij, gelegen op de hoek van de Buzziburglaan en de Drieklinken valt niet nauwkeurig te dateren. De boerderij moet gebouwd zijn in de periode 1806-1818 voor P.J. van Oosthuyse. Aanvankelijk droeg deze boerderij de naam Buzziburg en later is die naam overgegaan op het belendende logement annex herenhuis. De boerderij heeft toen een tijd lang de naam ‘The Won’ gehad.’ De boerderij is thans met de achterzijde naar de Buzziburglaan gericht, vroeger liep de laan echter vóór de boerderij langs. In 1842 werd de boerderij getroffen door een felle brand en bij het herstel heeft het pand zijn huidige aanzicht gekregen. De hofstede heeft geen agrarische functie meer. Het woonhuisgedeelte is voorzien van een gebroken schilddak, het achterhuis van een gebroken afgewolfd zadeldak. Beide daken zijn gedekt met Hollandse pannen. De symmetrisch ingedeelde voorgevel heeft vier zesruits schuifvensters met luiken en een niet authentieke dubbele deur in het midden. In de zijgevel is een opvallende vensterpartij geplaatst onder een afdakje gedekt met leipannen. In de zijgevels van het achterhuis zien we getoogde stalvensters. De achtergevel is voorzien van ruitvormige vensters, evenals de getoogde dubbele inrijdeur.
Lit: Steenwijk, 1993.
besluit: 22121998   categorie 2   dbr 56
bron: Monumenten Inventarisatie Provincie Utrecht, 1996; Driebergen-Rijsenburg, Geschiedenis en Architectuur


Netty Krook publiceerde onderstaand artikel op 2 september 2003 in de Nieuwsbode.

DRIEBERGEN-RIJSENBURG – Op de hoek van de Buzziburglaan en de Drieklinken staat een boerderij. Een hofstede heette dat vroeger. Met z’n achterkant naar de weg. Wanneer deze boerderij is gebouwd is onbekend. Bekend bronnenmateriaal van vorsers van de geschiedenis van ons dorp maakt duidelijk dat het aan het begin van de negentiende eeuw is geweest. De huidige bewoonster, mevrouw Tonny de Levita heeft daar haar twijfels over, maar ze kan niet bewijzen dat de bouw van de hofstede eerder (±1794) heeft plaatsgevonden. Dat die boerderij na een heftige brand in 1842 is herbouwd staat volgens haar in de archieven van de R.K. kerk Sint Petrus Banden.
In de geschiedschrijving over de hofstede zit menig lacune. Sinds wanneer is het niet meer als boerenbedrijf in gebruik geweest? Wanneer werd het voor de eerste keer verkocht? Van wanneer dateren de verschillende namen van deze dwarshuisboerderij? Antwoorden op deze en nog andere vragen zijn kennelijk niet te vinden. Maar laten we eens kijken wat ons de schriftelijke bonnen* daarover wél vertellen. In het kort natuurlijk.

Bronnen
De eerste eigenaar van de hofstede was P.J. van Oosthuyse, de grondlegger van Rijsenburg. Ergens tussen 1806 en 1818 vond de bouw plaats. Waarschijnlijk verpachtte hij de boerderij van begin af aan, want hij en z’n gezin bewoonden sinds 1803 Sparrendaal. De eerste pachter van de boerderij waarover in de bronnen iets staat geschreven is de heer Bart Kobus. Zijn verhuurster was Margaretha de Jongh, de weduwe van van Oosthuyse. Van haar krijgt Kobus in 1829 permissie om op het erf van de boerderij een logement annex herenhuis op begane grondhoogte te bouwen . Het is het grote witbeige, sinds 1932 twee verdiepingen hoge herenhuis, rechts van de hofstede, met de naam: ‘De Buzziburg’.

Eikenlaan
Van oorsprong droeg de boerderij de naam Buzziburg. Later waaide die naam over naar het herenhuis van Kobus. In 1913 werd de landweg aan de achterkant van de boerderij een openbare weg en die kreeg toen formeel de naam van Buzziburglaan, genoemd naar het herenhuis ‘De Buzziburg’. De voorkant van de boerderij lag aan de Eikenlaan. Die laan liep destijds vanaf de Hoofdstraat van nu, waar nu het oude politiebureau staat, naar de boerderij. “Die oude Eikenlaan is nog gedeeltelijk terug te vinden, althans de eiken die er langs stonden”, vertelt Tonny, de huidige bewoonster. Vele eiken staan er nog.

The Won
Tonny heeft een boekje in haar bezit gekregen, waarin een afdruk van een foto is opgenomen, die de hofstede met de naam ‘The Won’ laat zien, zoals die er omstreeks 1914 heeft uitgezien. 1914, vanwege de straatnaam Buzziburglaan, die op de foto (slecht) zichtbaar is. In die tijd was de hofstede niet meer in gebruik als boerderij. Toen woonden daar twee dames: Jo Hogerzeil, een wijkverpleegster, die zich in Driebergen naar haar cliënten liet rijden in een wagentje, dat door een muilezel werd getrokken, en haar vriendin Erica, een vermogende Engelse dame die de boerderij had gekocht. Jo was een tante van Lies Gerretsen (1902-1984). De moeder van Lies was een zus van Jo. In het boekje waarin de foto staat, genaamd: “Jeugdherinneringen”, beschrijft Lies onder meer ook, hoe leuk ze het altijd vond om bij tante Jo op de boerderij te logeren. De afgedrukte foto laat de beide dames (links) met hun hond Ruffie zien. Rechts staat hun gedienstige Kaatje met hond Davy.

Derde naam
Tonny vertelt dat de boerderij nog een derde naam heeft gehad. Toen zij met haar gezin hier in Driebergen op de boerderij kwam wonen, zo’n 27 jaar geleden, schreef de bakker, die nog langs de deur kwam, in zijn klantenboekje haar bestelling op onder de naam: ‘De woelige stal’. Wim Harzing noemt deze naam in een voetnoot als hij schrijft over de woning van Bart Kobus, de eerst bekende pachter van de boerderij.

Familienamen
De familie de Levita kocht in 1976 de boerderij van de heer Kooij. Het éne jaar dat hij het pand in eigendom had en er met zijn gezin in woonde, timmerde hij op veel plaatsen houten schotten waarachter veel authentieks van de boerderij verborgen werd. Tonny vertelt, dat Kooij het kocht van de erven Fock, toen de weduwe Fock overleden was. Daarvoor werd de boerderij bewoond door de familie De Wolf en voor hen (of na hen) woonde er een kunstschilder in, waarvan Tonny de naam niet kent. Hij huurde de boerderij van Johan Maagdenberg, die in het herenhuis ernaast woonde. In de twintiger, dertiger jaren van de vorige eeuw bewoonden twee zussen, Anna en Wies de boerderij. Het waren zussen van Johan Maagdenberg, die het herenhuis ernaast in eigendom had. Zij verzorgden hun vader, die Johan in het herenhuis liet wonen in de tijd dat hij zelf in Nederlands-Indië woonde en werkte. Met familie van Johan Maagdenberg heeft Tonnie nog wel eens kontakt. Een vrouwelijke familielid woonde nog op de Buzziburg toen zij de boerderij van Kooij kochten. Van haar werd Tonny over het recente verleden van de boerderij heel wat wijzer. Verder weet ze te vertellen, dat de boerderij in de oorlog ‘40-‘45 door de Duitsers gevorderd en bewoond is geweest.

De boerderij van toen…
De familie de Levita was op zoek naar een huis met sfeer, groot en op zandgrond. Groot vanwege hun 3, later 4 kinderen en op zandgrond om de kinderen te bevrijden van hun veelvuldige oorontstekingen. De oude boerderij was het helemaal. Op de deel was alles nog in redelijke oude stijl. Boven de oude hooizolder kon je aan de verschillende soorten behang nog zien waar de boerenknechten hun kamertjes hadden. De strostrikken van vroeger waren er nog; aan enige isolatie was nog niet gedacht. De eerste centrale verwarmingsarmaturen die Johan Maagdenberg aanlegde zijn nog steeds intact. Aanvankelijk kregen de kinderen de Levita voorrang en alle aandacht, maar die zijn nu allen het huis uit. Inmiddels zijn de houten schotten die de heer Kooij had aangebracht allemaal verwijderd en er kwam van alles achter tevoorschijn. De restanten van een open haardje in de woonkamer, een nis met een wastafel op de eerste verdieping, deuren die toegang gaven tot de ruimtes tussen de beide etages van het woonhuis, etcetera. De boktor en de houtworm is er al lang uit en de gasrekening is naar normale proporties teruggebracht.

En van nu
Langzaam maar zeker kent het feitelijke huis voor de huidige bewoners geen geheimen meer. Het is een geweldig mooie woonplek geworden, waarin de sfeer van ‘wat ooit was’ en ‘oud’ overheerst. Het mooie trappenhuis, de gangen, de opkamer die uitziet op de woonkamer met dat leuke kleine open haardje en uitzicht op de tuin. Men heeft de sfeer van weleer weten terug te halen, maar tegelijkertijd ontbreekt het tegenwoordige comfort, bij voorbeeld in de badkamers en de keuken, niet. Toch zien we ook in de keuken aan een dikke oude houten steunbalk een ijzer waar de beesten vroeger aan vastgemaakt stonden.

* van Wim Harzing, Fred Gaasbeek /Saskia van Ginkel-Meester en Dick Steenwijk.

Buzziburglaan 16 is opgenomen in de fietsroute die ter gelegenheid van Open Monumentendag 2003 en het thema boerenbouw is uitgezet. De begane grond van de boerderij is opengesteld (alleen) op 13 september.