Hoofdstraat 58 Kleine Hoeve
Foto Renk Knol 2000
De witgeschilderde villa voorzien van een rieten kap is in 1865 gebouwd en heette oorspronkelijk’ De Brink’. Die naam is afgeleid van de achternaam van de ontwerper H.J. van den Brink (1816-1883) die de villa voor eigen gebruik heeft gebouwd. De Rotterdamse architect Herman Jan van den Brink had een, opmerkelijke carrière achter de rug. Van den Brink begon zijn loopbaan als wijnkoper en distillateur en liefhebbende naast zijn werkzaamheden wat in de bouwkunst. Zo ontwierp hij de verbouwingsplannen van zijn eigen huis en tekende hij een pastorie voor een bevriende pastoor. Via via kwam hij in contact met monseigneur Zwijsen, de aartsbisschop van Utrecht. Deze geestelijke had gehoord van zijn interesse voor architectuur en wilde graag van hem het oordeel horen over een tweetal ontwerpen voor het seminarie van Rijsenburg. Van den Brink liet zich nogal laatdunkend uit over de twee plannen en de monseigneur zou toen schertsend hebben gezegd: ‘Welnu, doe gij het dan eens beter’. Die opmerking nam Van den Brink als ernst op en hij toog aan het werk. De plannen die hij vervolgens aan Zwijsen presenteerde, werden goedgekeurd en zijn carrière als architect nam een aanvang. Aartsbisschop Zwijsen nam de veertigjarige nieuwbakken bouwmeester onder zijn hoede, waardoor Van den Brink in de gelegenheid werd gesteld talloze kerken en andere katholieke instellingen te bouwen. Maar zijn bekendheid in Rijsenburg leverde ook andere opdrachten op. Zo ontwierp hij de veldwachterswoning annex brandspuithuis voor de gemeente Rijsenburg aan de Diederichsiaan (nummer 8-1 0), het poortgebouw van de begraafplaats in Driebergen (Traaij 104-106), de buitenplaats De Wildbaan voor G. Luden en villa lrena voor J.C. Boldoot (Hoofdstraat 60-62). In de buurgemeente Doorn mocht hij in 1866 kasteel Moersbergen verbouwen tot een neogotisch slot en ontwierp hij voor K.J.F.C. Kneppelhout van Sterkenburg rond 1872 Nieuw Sterkenburg (Beukenrode). Zijn eerste twee bouwwerken, het seminarie en het kort daarna gebouwde buitenhuis De Wildbaan, zijn inmiddels gesloopt. Het huis met nagenoeg rechthoekige plattegrond en kruisvormig dakplan springt vooral in het oog door de strak symmetrische indeling met aan de voorzijde een risalerende middenpartij met opvallende gave detaillering. Op de verdieping is een hangend balkon aangebracht ondersteund door rijk bewerkte consoles. Openslaande deuren met zijlichten en keperboogvormig bovenlicht geven toegang tot het balkon. De vensters hebben een bijzondere roedenverdeling. De balustrade is voorzien van decoratief houtsnijwerk, evenals de topgevel. Rechts en links van de middenpartij is op de begane grond een fenétre-a terre gesitueerd en een liggend venster op de verdieping. Andere bijzondere elementen zijn de schoorstenen in tudorstijl en pinakels ter markering van de nokeinden. Het huis staat op een lichte verhoging.
Lit: Berg, 1988, p. 289-297; Brink, z.j.; Looijenga, 1991, p. 116 e.v.; Prak, 1991, p. 32; Rosenberg, 1972, p. 93-94. Bron: mededeling dhr. Th.J. Wit te Woudenberg (gegevens Nieuw Sterkenburg).
besluit: 08031994 categorie 1 dbr 137
bron: Monumenten Inventarisatie Provincie Utrecht, 1996; Driebergen-Rijsenburg, Geschiedenis en Architectuur