Paradijs
1. Hof van Eden, verblijfplaats van het eerste mensenpaar.2. De hemel, als woonplaats van God, Christus en de engelen.
3. Verblijfplaats van uitzonderlijke bekoorlijkheid en lieflijkheid (figuurlijk).
Aldus de Dikke van Dale.
Vorige
week lag er een schreeuwerige grootformaat folder in mijn brievenbus,
“Zwemparadijs de Zwoer”. Naast de opvallend veel taalfouten en het overdreven hoofdlettergebruik,
stond deze natte krant stijf van de superlatieven. De meest somptueuze
zwemparadijzen in ons land, zoals het Wassenaarse Tikibad, werden door deze wervingsfolder
gedevalueerd tot derderangs campingpierenbadjes. En wat zou op de voorpagina
die zon met het cijfer 1 erin betekenen? Nog meer brievenbusvervuiling?
In de plaatselijke media had ik niets gelezen over de wonderbaarlijke metamorfose van de Zwoer naar zwemparadijs. Dan maar eens rondsnuffelen op de website van ons natte Driebergse hof van Eden. Maar niets van uitzonderlijke bekoorlijkheid, gewoon een alledaags zwembad. En ook weinig te vinden van wat de folder beloofde, overigens wel dezelfde vele taalfouten. Ik moest het zien. Daarom aanvaardde ik diezelfde avond per fiets de grote reis naar de Driebergse hemel.
Aldaar aangekomen, kon ik aan de buitenzijde van het plompverloren in het bos neergekwakte gebouw weinig nieuws ontwaren. Op de gevel van het oerlelijke bouwsel hing nog steeds dezelfde lichtbak, waarop het woord “paradijs” niet voorkwam. Maar goed, het gaat immers om de binnenkant. De glazen deuren naar de hemel schoven uitnodigend open en ik betrad vol verwachting de Mesopotamische lusthof. Elke vergelijking met wat ik mij altijd had voorgesteld van het paradijs ging mank met wat ik aantrof. Meer dan één mensenpaar was daar gewoon aan het zwemmen, waarbij de watersporters in het wedstrijdbad in hoge mate werden gehinderd door een in het water drijvende knoeper van een opblaasglijbaan. De gehele inrichting was niet veel anders dan toen de Zwoer nog gewoon een “zwem- en recreatiebad” was.
Waarom
wordt ons in dat wervingskrantje een zwemparadijs beloofd? Wat is er veranderd
aan die paar warmwaterbekkens, waarvan trouwens geen enkele foto in dat opgesmukte
foldertje staat? Mogen de lezers geen voorproefje van het paradijs krijgen? Dan
maar eens een e-mail met vragen naar de directie. Noppie de nop, geen antwoord;
zou trouwens dan wel de eerste e-mail uit de hemel zijn. Of zouden ze
nattigheid hebben gevoeld door mijn lastige vragen?
Hoe dan ook, met wat extra “entertainment” en het aangedikt opsommen van gedateerde
faciliteiten heb je nog steeds geen zwemparadijs. En onder “mediterraans
genieten” versta ik nét iets anders dan een binnensgebouwse melange van urine
en chloor en een naar ranzig bakvet riekende zonneweide.
Er valt te raden naar de reden waarom dit badencomplex ineens een zwemparadijs wordt genoemd. Zal wel iets te maken hebben met de nog steeds sterk tegenvallende resultaten. Dit kleurenkrantje is dan ook niets anders dan de laatste stuiptrekking van een zwaar gesubsidieerde plonsinrichting die mee wil doen met de échte zwemparadijzen.
Ja, voor de toegang betaalt men een paradijselijk prijsje. Maar vele andere baden in de omgeving bieden minstens hetzelfde voor minder geld; met bovendien een gedifferentieerd tarief, afgestemd op bijvoorbeeld recreatie-, daluren- of baantjeszwemmers. Zolang de Zwoer haar futuristische toegangssysteem met streepjescodepasje daar niet voor gebruikt, zullen velen weigeren tegen een naaitarief een halfuurtje 25-meterbanen te gaan trekken. Het is al erg genoeg dat we via de gemeentelijke belastingen moeten meebetalen aan de tekorten van deze verboden appel én aan een bedrieglijke folder, waarin ons het paradijs op aarde wordt beloofd.
Hans Hermans, 27 juni 2008
Code rood
Tot voor kort was de Chinese muur het enige bouwwerk dat vanuit de ruimte is te zien. In de zomer van 2000 ontdekten de astronauten die betrokken waren bij de opbouw van het ISS (International Space Station) ineens een vreemde rode strook op aarde. Het ruimtestation werd toen nog niet permanent bewoond, dus het was niet mogelijk een goed beeld te krijgen van deze rode streep die, met enkele flauwe bochten erin, gedeeltelijk onder de bomen was verscholen.Bij iedere nieuwe lancering voor de verdere bouw van het ISS kregen de astronauten opdracht goed uit te kijken. Al gauw kwamen de ruimtereizigers erachter dat de rode baan zich in Nederland bevond, in het bosrijke Driebergen. Behalve in de buurt van de beide uiteinden, waren er weinig activiteiten op deze vreemde rode strook te bespeuren. Vooral de alerte Amerikanen kwamen direct met alle mogelijke complottheorieën. Via diplomatieke weg informeerde men waarvoor de rode strook diende.
Maar in 2000 was tengevolge van het Driebergse Roma-schandaal het voltallige college van b&w afgetreden; er kwam dus geen verklaring uit dit bestuurloze dorp. Daardoor nam de argwaan nog meer toe, waarop de grootmachten een “code rood” afriepen. Vanaf 2002 werd het ISS permanent bewoond en moest de bemanning bij iedere passage over Nederland de rode streep goed observeren.
Niet eerder dan in 2006 ontdekten de ISS-bewoners verhoogde activiteiten aan de zuidkant van de rode streep. Er verrees een groot gebouw en een zeer brede grijze strook, waarschijnlijk een weg, werd aan de zijkanten van rode stroken voorzien en voorts van vele witte lijnen. Op de plaats waar deze weg en de rode streep elkaar ontmoetten, kwam een groot zwart plateau met rode stroken en vele smalle en brede witte lijnen. Nu werden de grote militaire mogendheden toch écht zenuwachtig, dit kon haast niet anders dan een lanceerplatform zijn en het nieuwe grote gebouw de raketfabriek. Hoe kon dit gebeuren? Nederland was toch een NAVO-bondgenoot? Er volgde geheim overleg tussen de grootmachten. Zat Google Earth ook in het complot? De zeer gedetailleerde Google-beelden hielden namelijk op bij het NS-station Driebergen-Zeist.
De NAVO-strategen wisten zich geen raad, nu nog informeren bij de Nederlandse regering had geen zin, elke uitleg zou verdacht zijn. Uiteindelijk werd besloten om tijdens het WK Voetbal een AWACS-toestel (vliegtuig met grote radarschijf op de rug) over te laten vliegen. Na diverse onopvallende sorties op momenten dat Oranje speelde, kon de AWACS-bemanning het volgende rapporteren. De rode strook bleek niets anders te zijn dan een “voorrangsfietspad”, op een gedetailleerde luchtfoto was op een bordje “Jagerspad” te lezen; het gebouw betrof een nieuwe basisschool en de brede Damhertlaan was ‘bestreept’ om de fietsers een veiliger gevoel te geven.
En het
zwarte ‘lanceerplatform’? Dat was gewoon een kermiskruising, waar vroeg of laat
wellicht een argeloze fietser zal worden gelanceerd. Het is maar goed dat je in
de ruimte gewichtloos bent, anders zouden die ISS’ers omgevallen zijn van het
lachen.
Hans Hermans, 12 juli 2006
Op 30 november 2000 berichtte de Stichtse Courant: “Het voorrangsfietspad
Jagerspad/Wildbaan is niet veilig genoeg. Daarom zijn onlangs, als experiment,
midden op de oversteek enkele attributen geplaatst om na te gaan op welke wijze
de veiligheid bevorderd kan worden.”
Ik denk dat de bemanning van het ruimtestation deze attributen voor lange
afstandsraketten heeft aangezien.
Renk Knol, 12-7-2006
Binnenbrandje
In onze verse gemeente was het de afgelopen maanden duidelijk ‘zomerreces’. Af een toe een rimpeling in de gemeentelijke vijver, maar opzienbarend was het allemaal niet. Ik kreeg het Spaans benauwd, want waar moest mijn volgende column dan over gaan? Mijn therapeut adviseerde mij dringend in de tussentijd enige afleiding te zoeken. Die vond ik op mijn werk in de commissie ‘fietsenstalling’, waar ik na mijn eerste vergadering maar gelijk een grote steen in de vijver gooide. Medecommissielid juffrouw Jannie klaagde dat de bedrijfskrant te weinig aandacht besteedde aan de vergaderingen van de fietsenstallingcommissie, terwijl er volgens haar eigenlijk heel veel gebeurt in die stalling. Op werkdagen worden er ’s morgens fietsen in gestald en ’s avonds worden deze tweewielers weer meegenomen. Volgens haar blijven er zelfs ’s nachts wel eens enkele rijwielen staan. Daarop heb ik een ingezonden brief naar de bedrijfskrant gestuurd, waarin ik schreef dat juffrouw Jannie’s klacht te zot voor woorden was en ze de hand in eigen boezem moest steken. Kom nou toch, de bedrijfskrant is toch geen doorgeefluik. In mijn ingezonden brief heb ik ook nog de abominabele debatteertechniek van de commissieleden grondig gehekeld. Reken maar dat mijn brief lekker veel commotie ten bedrijfsburele veroorzaakte.U begrijpt het al, ik maak maar gekheid; dit soort kritiek zou ik binnen de vergadering houden en ik zou al helemaal geen medecommissieleden in de krant te kakken zetten. Zoniet echter ons geachte lid van de beide raadscommissies Middelen en Samenleving, de heer Frits van Schaik. U weet wel, medevennoot van het éénzetelige splinterpartijtje BVH. Fiere Frits wilde ook zo graag raadslid worden, maar daar waren de kiezers het duidelijk niet mee eens. “Nou, dan ga ik toch lekker in twee raadscommissies zitten”, moet deze gepasseerde politicus hebben gedacht. Wat blijkt? Flinke Frits is het niet eens met een commissiemevrouw, die haar bezorgdheid uitte over de minimale belangstelling van de zijde van de pers voor de commissievergaderingen in onze gemeente. En wat doet meneer Frits? In een ingezonden brief in de Stichtse Courant van afgelopen donderdag haalt hij deze mevrouw lekker onderuit en spuit hij gelijk maar even zijn gal over de slechte debatteertechniek van alle commissieleden. Want dat zou volgens hem de oorzaak zijn van de matige belangstelling van de pers. Een echte eigen nestbevuiler, die ook nog eens de ketel verwijt dat hij zwart ziet; een driewerf bah!
Overigens vraag ik mij wel af waar die megalomane commissies voor dienen, ze zijn nota bene meer dan tweemaal zo groot als de gemeenteraad zelf. Met ook al twee wethouders te veel zou je haast gaan denken aan een wereldstad in plaats van een paar gefuseerde provinciedorpjes. Zulke gigantische raadscommissies werken een hoop geleuter in de hand, want die commissiedeskundologen willen immers allemaal graag hun zegje doen, zeker nu na dit hoogverraad. Frits’fratsen beloven een knetterend binnenbrandje op de komende commissievergadering.
Hans Hermans, 10-9-2006
Makker Hermans
Hans Hermans is ook weer in het land. Het is mij niet ontgaan blijkens zijn
niets verbloemende, snerende en zelfs laatdunkende opmerkingen richting mij in
zijn laatste column, of wat er voor door mag gaan. Dit naar aanleiding van mijn
stukje in De Stichtse/De Kaap op 7 september over de wens van Wilma Hielema (GroenLinks)
in de raadscommissie Middelen dat de lokale media meer aandacht zouden moeten
besteden aan de inbreng van fracties op commissie- en raadsniveau. Dat makker
Hermans is ontgaan dat ik tijdens bedoelde commissievergadering al kritiek had
geuit op de opmerkingen van collega Hielema, is hem niet kwalijk te nemen.
Dergelijke publieke vergaderingen woont hij nooit bij. Hij vindt deze immers
flauwekul. Hij kiest liever de methode om vanaf de zijlijn vunzige onzin te
oreren, waar hij overigens een meester in is, of, al dan niet in badinerende
zin, iets in de zogeheten column-stijl van een soort commentaar te voorzien.
Diezelfde makker Hermans omarmde mij vorig jaar in een uitvoerige mail nadat ik
hem (eveneens in een ingezonden stuk) in bescherming had genomen vanwege een
ongehoorde uitval van de toenmalige interim-burgemeester van Driebergen over een
stuk van makker Hermans in De Stichtse. Hij liet mij tevens weten dat hij bij
het schrijven van zijn stukjes altijd zeer nauwgezet tewerk gaat en dat deze
columns hem veel tijd kosten. Als dat zo is, dan is zijn geest wel erg verknipt
geraakt.
Frits van Schaik, 16-10-2006
Tja Frits, de waarheid is hard, dus sla maar goed hard terug.
Hans Hermans, 16-9-2006
Gezellig allemaal weer.
Enige therapeutische bijstand lijkt mij hier en daar geen luxe.
Henk Achterberg, 16-9-2006
Slang
Kent u ze, van die ‘griezelige’ B-films die zich afspelen in een dorpje op het Amerikaanse platteland? Alwaar een paar dozijn dorpelingen wordt geteisterd door bijvoorbeeld een slang van fors formaat. De rolprentfiguranten blijven met simpele middelen doorvechten totdat de laatste twee nog niet verzwolgen hoofdrolspelers de slang een kunstig in elkaar geknutselde granaat in zijn wijd opengesperde bek hebben gegooid. Het serpent spat spetterend uit elkaar; eind goed al goed. En dat in een land met het grootste en modernste leger ter wereld. Aan dat soort ongeloofwaardige en fantasieloze films, die zich altijd afspelen in van die zogenaamd geïsoleerde dorpjes met wereldvreemde inwoners, moet ik vaak denken nadat ik een commentaar of column op deze site heb geschreven.
In de grote dagbladen kunnen columnisten zich enorm veel permitteren, maar in onze eveneens geïsoleerde gemeente is men daar kennelijk nog steeds niet aan toe. Veel lezers reageren op mijn bijdragen alsof ze door een slang zijn gebeten en o wee, als je iets te kritisch over een politicus schrijft. In mijn vorige column nam zo’n partijprimaat wraak door mij als een sissende slang vol te spuiten met niet-inhoudelijk gif.
Te lang kon de politiek hier maar zijn gang gaan; te lang werd er amper gereageerd op de ook in ons dorp veelal loze verkiezingsbeloften, de achterkamertjespolitiek en regentenmentaliteit. Een beschouwend stukje in de krant of een lauwe column op deze site sorteert te weinig effect. Hup, de bekende knuppel in het spilzieke heuvelrughok en al die parmantige partijpracticanten een sarcastische spiegel voorhouden; maar nee hoor, heringedeeld of niet, de wereldse mores is hier schier onbekend. Tussenpaus Kozijn riep tijdens zijn laatste raadsvergadering de Stichtse Courant op mij de mond te snoeren; op deze site ben ik in bedekte termen vergeleken met een SS’er, werd ik beticht van discriminatie en werd mij verweten dat ik dom, arrogant, bevooroordeeld, intolerant en betweterig zou zijn. Vele persoonlijke aanvallen dus, maar slechts weinig inhoudelijke reacties op mijn schrijfsels. Overigens zijn diverse (te) persoonlijke aantijgingen na korte tijd door de redactie van deze site verwijderd.
Tot slot valt het mij op, dat aan de enkele écht interessante discussies die
op deze site ontstaan, nog steeds te weinig wordt deelgenomen door onze
wethouders en afgevaardigden.
De gemeente Utrechtse Heuvelrug is er duidelijk nog niet aan toe om kritisch
in de gaten te worden gehouden, reden voor mij om………..
voorlopig de slang nog verder uit te rollen.
Hans Hermans, 2-10-2006
Hans, je oproep is verhoord. Niet een raadslid, ook geen
wethouder maar de burgemeester zelf reageert. Als er één schaap over de dam is
volgen er waarschijnlijk wel meer.
Jan Koert Lange, 3-10-2006
Laten we het afwachten Jan Koert. Ik ben heel benieuwd of
Frits wordt ingepakt door het bestaande ‘cultuurtje’ alhier of dat hij in staat
zal zijn de Heuvelrugse regentenmentaliteit te weerstaan. Zijn weblog en reactie
op het nieuws over het nieuwe gemeentewapen zijn hoopgevend, maar ik blijf
sceptisch.
Hans Hermans, 4-10-2006
Vonken
Een station is in de regel een plaats alwaar forensen en reizigers op de trein
kunnen stappen. Zo niet station Driebergen-Zeist; dat is al jarenlang niets
anders dan een twistpunt voor onze politieke potentaten en een goudmijn voor
vele adviesbureaus.
Luchtkastelen hebben ze gebouwd, al die treintreiteraars; als alle ideeën in het
afgelopen decennium waren uitgevoerd, dan hadden we nu een station met een
winkelcentrum à la Hoog Catharijne, met duizenden parkeerplaatsen, ruim
voldoende overdekte fietsstallingen, twee etages dubbelspoor voor HSL-treinen,
een tunnel en een futuristisch transferium.
Maar wat is er bereikt na al dat politiek gekrakeel, kinnesinne tussen
Driebergen en Zeist en peperdure nepadviezen van arglistige adviesbureaus? Een
armetierig complex alwaar forensen en reizigers op de trein kunnen stappen. Van
al die kletskosten had Driebergen het modernste stationsgebied van Nederland
kunnen hebben. Waar is trouwens die beroemde Driebergse stationskoffie van
weleer gebleven? De transitoforensen hingen destijds reikhalzend uit de raampjes
om met hun geschreeuw de aandacht te trekken van de jonge knullen die als
circusartiesten met op één hand balancerende dienbladen heen-en-weer renden,
terwijl ze met de andere hand uit grote aluminium kannen de koffie kunstig in
kartonnen bekertjes schonken.
Eind 2005 besloot minister Peijs 120 miljoen euro beschikbaar te stellen voor
een ongelijkvloerse spoorkruising met de Hoofdstraat. “Dat is te weinig”, gilde
direct ons tijdelijke opperhoofd Kozijn, “voor een toekomstvaste, duurzame
oplossing heb ik 135 miljoen nodig”. Wat een inhaligheid, en dat voor een
gemeente die alles uit de kast heeft gehaald om het station te houden (waarom
eigenlijk?), maar er nimmer een vinger naar heeft uitgestoken. Niet eerder dan
in 2010 heeft men tijd voor deze klus, terwijl de bouw van het simpele tunneltje
maar liefst 4 jaar moet gaan duren. Is 120 miljoen tegen die tijd nog wel
genoeg?
Maar goed, tijd zat dus voor de nieuwbakken gemeente Utrechtse Heuvelrug om te
gaan sparen voor haar ambitieuze plannen teneinde deze netjes te kunnen laten
aansluiten op de bouw van de tunnel en de stationsrenovatie. Maar nee hoor, onze
trotse Heuvelrugse treintechneuten willen perse ineens nu aan de
stationsomgeving gaan sleutelen. Regelrechte geldsmijterij, want straks gaat
alles toch weer op de schop. Of willen onze raadskabouters alleen maar graag met
een daad van formaat in de geschiedenisboekjes? Want tegen de tijd dat de tunnel
wordt gebouwd, hebben we immers een nieuwe raad.
En waarom gaat nu ook De Reehorst zich ermee bemoeien? Hadden ze daar een
zaaltje over of zijn ze bang voor hun eigen hachje, zo vlakbij het station? Een
congres om “nog één keer intensief overleg” te hebben. Ja ja, niks geen slap
gezwets meer, want bij de Reehorst gaat alles ‘duurzaam’, het toverwoord van de
21ste eeuw. Laat de stoplichtcommiezen van onze gemeente de bestaande
verkeerslichtinstallaties bij Nijendal, de Loolaan, A12 en de Breullaan/Odijkerweg nu
eerst maar eens écht goed op elkaar afstellen. Tot 2014 blijven de lijdzaam voor
de spoorbomen wachtende automobilisten dan nog wel lekker staren naar de vonken,
veroorzaakt door de stroomafnemers van de voorbijkruipende treinen.
Hans Hermans, 5-11-2006
Alsof je gedachten kan lezen…helemaal mee
eens;GELDVERSPILLING!
Nicole Hendriksen, 7-11-2006
Arnoud Venema, 9-11-2006
Schuim
Jaaroverzicht 2007 van de gemeente Utrechtse Heuvelrug.Januari: De gemeenteraad heeft besloten het cultuurhuis om te dopen tot ‘gemeentehuis’; er bleek in dit pand namelijk niets te gebeuren dat ook maar iets met de betekenis van het woord ‘cultuur’ had uit te staan.
Februari: De 11 loketten van de gemeentewinkel zijn teruggebracht tot zes, ze waren toch nooit alle 11 geopend. De term ‘gemeentewinkel’ is afgeschaft; er kwamen telkens inwoners die dachten hier gesubsidieerd hun dagelijkse boodschappen te kunnen doen.
Maart: Renovatie van het nieuwe trottoir op de Traay vanaf nummer 199 gaat twee miljoen euro kosten; er bleek geen enkele tegel meer recht te liggen. In de directe omgeving van enkele bouwputten zijn verscheidene woon- en winkelpanden ingestort; een en ander zou zijn te wijten aan een fors ambtenarentekort.
April: Het college van B&W heeft een cursus ‘Nederlandse spelling’ gevolgd. Burgemeester Naafs sluit zijn weblog; er werd vaak geklaagd dat hij nooit inging op reacties. De kersverse Wmo-raad, bestaande uit 36 leden, heeft besloten tweemaal per week te gaan vergaderen.
Mei: De gemeente heeft inmiddels 253 vergunningen afgegeven voor het slopen van 253 vrijstaande villa’s en voor de bouw van 253 twee-onder-een-kapwoningen op de kadastraal gesplitste percelen.
Juni: De nieuwe aula van de algemene begraafplaats in Doorn wordt voor drie miljoen euro verbouwd; hij bleek te klein te zijn. De grote zandberg voor de algemene begraafplaats in Driebergen, ontstaan tijdens het aanleggen van nieuwe riolering aan de Traaij, is zwaar vervuild; sanering kost de gemeenschap vier miljoen euro.
Juli: In de raadszaal zijn de stoelen met hoge rugleuningen vervangen door krukken; vanaf de publieke tribune is nu te zien wie er spreekt én de raadsvergaderingen blijken nu veel korter te duren.
Augustus: De onroerende zaakbelasting wordt met 85% verhoogd om de grond- en bouwkosten van 75 miljoen euro voor het nieuwe gemeentekantoor te kunnen betalen.
September: Na de droge zomer is besloten de helft van het gemeentelijke bomenbestand te kappen; B&W en de raad hebben toegegeven dat de ‘groene’ ambities nimmer kunnen worden gehaald. De gemeente gaat zich nu toeleggen op de ‘duurzame’ bouw van honderden multifunctionele sociowoonblokken van maximaal zeven etages hoog. Hiermee heeft de gemeente wel de eerste plaats bereikt in de verkiezing “Lelijkste plek van de provincie Utrecht”.
Oktober: De gemeenteloketten zijn van zes toegenomen tot 22; de digitale dienstverlening is uitgedraaid op een fiasco. De ict-deskundigen hebben op de gemeentelijke website een plekje gevonden voor de tot dan onvindbare openingstijden. Het college heeft vijf miljoen euro op de begroting gezet voor externe adviesbureaus.
November: Alle Heuvelrugse politiebureaus zijn gesloten; door het teruggelopen vertrouwen in de politie werd er praktisch geen aangifte meer gedaan. Het beleid wordt volledig gericht op snelheidsovertreders. De planschadevergoedingen ten gevolge van de bouw van de twee-onder-een-kapwoningen zijn inmiddels opgelopen tot 16 miljoen euro.
December: Sanering van de grond aan de Traay tegenover het waterwingebied zal minimaal 27 miljoen euro gaan kosten; het drinkwater blijkt ernstig te zijn verontreinigd door het in de oude, poreuze rioolbuizen gespoten chemische schuim.
Hans Hermans, 17-12-2006
Schuim
Jaaroverzicht 2007 van de gemeente Utrechtse Heuvelrug.
Januari: De gemeenteraad heeft besloten het cultuurhuis om te dopen tot ‘gemeentehuis’; er bleek in dit pand namelijk niets te gebeuren dat ook maar iets met de betekenis van het woord ‘cultuur’ had uit te staan.
Februari: De 11 loketten van de gemeentewinkel zijn teruggebracht tot zes, ze waren toch nooit alle 11 geopend. De term ‘gemeentewinkel’ is afgeschaft; er kwamen telkens inwoners die dachten hier gesubsidieerd hun dagelijkse boodschappen te kunnen doen.
Maart: Renovatie van het nieuwe trottoir op de Traay vanaf nummer 199 gaat twee miljoen euro kosten; er bleek geen enkele tegel meer recht te liggen. In de directe omgeving van enkele bouwputten zijn verscheidene woon- en winkelpanden ingestort; een en ander zou zijn te wijten aan een fors ambtenarentekort.
April: Het college van B&W heeft een cursus ‘Nederlandse spelling’ gevolgd. Burgemeester Naafs sluit zijn weblog; er werd vaak geklaagd dat hij nooit inging op reacties. De kersverse Wmo-raad, bestaande uit 36 leden, heeft besloten tweemaal per week te gaan vergaderen.
Mei: De gemeente heeft inmiddels 253 vergunningen afgegeven voor het slopen van 253 vrijstaande villa’s en voor de bouw van 253 twee-onder-een-kapwoningen op de kadastraal gesplitste percelen.
Juni: De nieuwe aula van de algemene begraafplaats in Doorn wordt voor drie miljoen euro verbouwd; hij bleek te klein te zijn. De grote zandberg voor de algemene begraafplaats in Driebergen, ontstaan tijdens het aanleggen van nieuwe riolering aan de Traaij, is zwaar vervuild; sanering kost de gemeenschap vier miljoen euro.
Juli: In de raadszaal zijn de stoelen met hoge rugleuningen vervangen door krukken; vanaf de publieke tribune is nu te zien wie er spreekt én de raadsvergaderingen blijken nu veel korter te duren.
Augustus: De onroerende zaakbelasting wordt met 85% verhoogd om de grond- en bouwkosten van 75 miljoen euro voor het nieuwe gemeentekantoor te kunnen betalen.
September: Na de droge zomer is besloten de helft van het gemeentelijke bomenbestand te kappen; B&W en de raad hebben toegegeven dat de ‘groene’ ambities nimmer kunnen worden gehaald. De gemeente gaat zich nu toeleggen op de ‘duurzame’ bouw van honderden multifunctionele sociowoonblokken van maximaal zeven etages hoog. Hiermee heeft de gemeente wel de eerste plaats bereikt in de verkiezing “Lelijkste plek van de provincie Utrecht”.
Oktober: De gemeenteloketten zijn van zes toegenomen tot 22; de digitale dienstverlening is uitgedraaid op een fiasco. De ict-deskundigen hebben op de gemeentelijke website een plekje gevonden voor de tot dan onvindbare openingstijden. Het college heeft vijf miljoen euro op de begroting gezet voor externe adviesbureaus.
November: Alle Heuvelrugse politiebureaus zijn gesloten; door het teruggelopen vertrouwen in de politie werd er praktisch geen aangifte meer gedaan. Het beleid wordt volledig gericht op snelheidsovertreders. De planschadevergoedingen ten gevolge van de bouw van de twee-onder-een-kapwoningen zijn inmiddels opgelopen tot 16 miljoen euro.
December: Sanering van de grond aan de Traay tegenover het waterwingebied zal minimaal 27 miljoen euro gaan kosten; het drinkwater blijkt ernstig te zijn verontreinigd door het in de oude, poreuze rioolbuizen gespoten chemische schuim.
Hans Hermans, 17-12-2006
Tra(de)(a)(i)(y)(ij)
Tra(de) is een Oudnederlands woord voor een brandgang of open strook in een bos, een door vee getreden pad of een wagenspoor. Mijn moeder vertelde mij vroeger, wij woonden achter op de Traaij, dat de platpratende Driebergenaren van tra algauw Troai hadden gemaakt. Echte Driebergenaren maken een korte a lang en een lange a kort. Zodoende woonde ik aachter op de Troai.Ook Dick Steenwijk refereert in zijn zeer interessante boekje “Heg en Steg” bij Traaij aan het verbasterde Tra(de). Voorts schrijft hij dat de spelling in de loop der tijden drie variaties kende, Traai, Traay en Traaij. De variant met ij zou vandaag de dag de juiste spelling zijn. Nou, daar kan wel even een boom over worden opgezet.
De zoekmachine Google (‘pagina’s in het Nederlands’) geeft op Traaij ruim 800 hits. Op enkele na hebben deze alle betrekking op onze Driebergse Traaij; enkele treffers blijken schrijffouten te zijn van imkerij de Traay in Lelystad, die oorspronkelijk was gevestigd aan de Traaiweg in Leersum. De eigenaar koos destijds echter voor Traay omdat een boerderij al naar de naam Traai luisterde.
Op Traay geeft Google maar liefst ruim 32000 treffers. Tot mijn niet geringe verbazing gaf een steekproef aan dat ze nagenoeg alle betrekking hadden op…. jawel, onze Driebergse Traaij en uiteraard enkele ook op de imkerij.
Googlen op Traai gaf zelfs nog meer hits (ruim 1200) dan op Traaij. De meeste treffers bleken echter betrekking te hebben op de Traaiweg in Leersum, maar ook op spelfouten. Pikant detail, bij zoeken op Traai en Traaij vraagt Google of Traay wordt bedoeld.
De ij is een bijna exclusief Nederlandse aangelegenheid met een lange geschiedenis. In het kort komt het erop neer dat de ij is ontstaan uit de in de middeleeuwen veelgebruikte dubbele of lange i. Maar omdat de i toen nog geen puntje had, leek deze dubbele i op de u. Om de leesbaarheid hiervan te vergroten, kreeg de tweede i een staartje. Later werd deze tweeklank ook vaak als ij uitgesproken. Afgezien van namen, waarvoor andere regels gelden, zijn in de Nederlandse taal nagenoeg geen woorden te vinden die eindigen op twee klinkers en dan de ij of y.
Dit alles beschouwend, dringt de vraag zich op waarom Traai rond 1900 veranderde in het onlogische en door elkaar gebruikte Traaij en Traay; er was immers geen sprake van een tweeklank. Tegen beter weten in, Traay was immers de meestgebruikte spelling, besloot eind vorige eeuw de gemeente in al haar wijsheid én op advies van een straatnamencommissie Traaij als enige juiste spelling te bestempelen; de y zou een uitheemse letter zijn. Vreemd argument in een tijd dat onze taal werkelijk doorspekt is met uitheemse woorden; voorts heeft de ontstaansgeschiedenis van de straatnaam Traaij niets van doen met naamkunde. Maar ja, de wegen van deze esoterische commissie zijn ondoorgrondelijk en we zullen er wel nooit achterkomen waarom niet is gekozen voor de oorspronkelijke, inheemse (!) en taalkundig juiste schrijfwijze Traai.
Als er dan toch een ij achter moet, schaar ik mij voorlopig onder de ruim 32000 Traay-schrijvers.
Hans Hermans, 29-01-2007
Let’s go to the Try to get a tray to drink in Nassau Alley.
Renk Knol 29-1-2007
Toch wel grappige reacties, ik ben namelijk geboren in de
Nassaulaan, op nummer 19.
Hans Hermans, 2-2-2007
Positief
Aardige man, onze burgemeester. Begin vorige maand was ik bij hem uitgenodigd in dat oerlelijke cultuurhuis voor een gezellig onderonsje. Onder het genot van een kopje thee en een in folie verpakt, zo wist Frits, overheerlijk koekje ontstond al gauw een gezellig sfeertje. Zelfs zo’n aardige man, dat ik mij reeds tijdens het gesprek bedacht dat de lol van mijn voorgenomen ingezonden brief in de komende Stichtse Courant/De Kaap er een beetje af was. Vooral toen Nana Bies, Frits’ immer charmante steun en toeverlaat, mij maande niet meer zulke negatieve stukjes in de krant te schrijven, nota bene wél de reden dat ik voor deze site ben gevraagd. Of zou dat het doel van de uitnodiging zijn geweest? Maar er moet toch iemand negatief kritisch schrijven? Tja, dan maar geen nijdige en lekker sarcastische ingezonden brief over die belachelijke grondaankoop voor de bouw van het nieuwe beleidsmedewerkershordehol, een transactie waarvan vooral de projectontwikkelaar nog lang in zijn handen zal wrijven. Blijdschap alom, toen ene Jan-Willem Buys hierover in de krant zijn gal spuide. ‘Mooi zo’, dacht ik, ‘laat een ander ook maar eens die roofridders op hun huid zitten’. Het was trouwens niet de eerste en, naar inmiddels is gebleken, ook niet de laatste kritische bijdrage van de heer Buys in onze wekelijkse BDU- en gemeentespreekbuis. Met zijn brieven creëert hij onbedoeld voor mij een mooie gelegenheid om eens een onverdeeld positieve column voor Heuvelrugnieuws.nl te schrijven. Want Nana Bies tegenspreken is een nog groter vergrijp dan, laten we zeggen, negatief reageren op het financiële wanbeleid van haar schout en zes schepenen.Opgetogen en goed geluimd ‘blader’ ik rond in het recente nieuwsarchief op deze site, stapeltje Stichtse Couranten onder handbereik.
Zo lees ik dat het Nationaal Park de Utrechtse Heuvelrug een ‘Groene Entree’ in Amerongen krijgt, te ontsluiten door middel van een rotonde. Voor mijn geestesoog verschijnt een lommerrijke rotonde met in het verlengde daarvan een onder groenblijvend gebladerte verscholen entree. Vervolgens zie ik hoofdboswachter Naafs enthousiast mijn column bij zijn zes jachtopzieners op het bureau gooien, “kijk eens, het is gelukt, eindelijk een positief stukkie van die Hermans”. Totdat ik lees dat er voor die rotonde bomen moeten worden gekapt…, brandhout.
Dan stuit ik op de kop “Zeister Boa’s actief bij station”. Dat nodigt uit tot verder lezen, want wat hebben slangen nou bij een station te zoeken? Intussen zijn mijn neurotransmitters pijlsnel de woorden voor een leuke en positieve column over treinen en slangen aan het ordenen. Maar wat blijkt, die BOA’s zijn niets anders dan dienstkloppers die een ietsepietsje verkeerd geparkeerde auto’s van milieubewuste treinforensen van een prent voorzien. Jammer, weer enige positieve joules voor niets verbrand.
Van de ongetwijfeld peperdure verplaatsing van de molenstomp, onder toeziend oog van het voltallige politbureau, gezeten op een daarvoor speciaal aangelegde tribune, krijg ik alleen maar rode vlekken in mijn nek, dus gauw overslaan.
In de goedverzorgde gemeentelijke begrotingskrant wordt de lezer aangekeken door een full color glimlachende ‘bende van zeven’, dat oogt veelbelovend. Totdat opperhoofd Naafs begint te orakelen dat het op nieuwjaarsdag door de gemeente op te ruimen vuurwerk, iets wat ze nog nóóit hebben gedaan, ‘zonde is van het geld’. Opmerkelijk, onze hopman weet dus héél goed wat zonde is van het geld. Wel, ik mag erop vertrouwen dat de daden bij deze wijze woorden straks een schier eindeloze stroom van slechts positieve reacties zullen opleveren. Sorry Nana en Frits, ik zit al over het maximum aantal woorden, vandaag nog geen inspiratie voor een positieve column.
Hans Hermans, 11 maart 2007
We (de heer Naafs en ik) hebben je bezoek bijzonder op prijs gesteld en vonden het plezierig om je te leren kennen. Je was in het begin ietwat wantrouwig, maar ik heb echt het beste met je voor. Tja negatief kritische stukjes…..ja daar heb ik iets over gezegd….kritisch is goed, maar het is vaak met een negatieve toon en volgens mij kan dat ook anders.
En mij tegenspreken mag natuurlijk, maar wel met argumenten. Ja echt ik laat mij ook wel eens overtuigen.
Laat ik het zo zeggen, ik heb het gevoel dat ik bij de gemeente werk voor de inwoners en probeer zo veel mogelijk inwoners te helpen, maar ben ook zeer rechtlijnig. Dus als iets niet kan zal ik het zeggen.
Van de week kreeg ik een email van een inwoner. hij had geen lekker gevoel over de gemeente, dan trek ik mij dat aan…..en heb aan de man voorgesteld om de kennismaking met de gemeente opnieuw te doen en een nieuwe start te maken. We moeten elkaar af en toe ook een tweede kans geven, vind je niet????
Nana Bies, 23-3-2007
Negatief
De vrijdag voor plaatsing op zondag zet ik altijd in grove lijnen mijn column voor deze site op. Soms e-mail ik het concept naar enkele ‘critici’. Ditmaal naar een redacteur die bij mij in Driebergen woont en naar een deskundige collega uit Groenlo. Op zondagavond volgt dan het betere ‘schaafwerk’, met eventuele verwerking van de binnengekomen tips.Zaterdagavond speelde dorpsgenoot Wim Schriekenberg met zijn band “Blue Yonder” in de Reiziger; mijn zoon zou op gitaar een nummer meespelen. Goede reden om mij daar met een glas in de hand weer eens lekker te verpozen. De band zorgde voor een geslaagde avond en met dun bloed in mijn aderen fietste ik om 02.00 uur huiswaarts, waar ik nog gauw even keek of het commentaar op mijn columns al binnen was. Wel, de meningen waren verdeeld, de Achterhoeker vond het een ‘leuk stukje’, terwijl de redacteur van mening was dat ik nu maar eens moest ophouden met mijn gezeur over en kritiek op ons gemeentebestuur. Dat werd slecht slapen, temeer omdat dochterlief reeds om 08.15 uur in Doorn diende te worden afgeleverd voor een excursieweek met school. Een overpeinzend dutje in de vroege zondagzon deed mij besluiten een nieuwe column te schrijven, want mijn overbuurman had eigenlijk wel gelijk.
Dan maar eens geen kritiek op het bezoek van ons bestuur aan ‘dorpskern’ Driebergen, alwaar Frits en zijn zes senatoren een uurtje hebben rondgefietst. En dus ook geen commentaar uit deze hoek op het bezoek van de Heuvelrugse roofridders aan die uit zijn voegen gegroeide bekeuringenfabriek, de KLPD; jongens en meisjes overheidspersoneel onder elkaar, gezellig aan de thee in Villa Catharina. Geen kwaad woord over het feit dat na het broodje met verscheidene Driebergse verenigingen er ook nog wat tijd was vrijgemaakt voor de burgers, die konden ‘speeddaten’ met ‘de pléiade’, het illustere zevental uit ‘Het Pleiade’. Dat het aantal belangstellenden voor de ‘rondetafelgesprekken’ minder personen telde dan Frits’ fietsclubje, had het leuke grapje kunnen opleveren dat zoiets natuurlijk al gauw kan gebeuren met zoveel wethouders.
Toch wel jammer dat ik dan ook niet mag zeuren over de weblogs van B&W. Dat er hele weken niets wordt geschreven, dat wat ze schrijven apekool is en dat ze nimmer ingaan op reacties, waar ze trouwens wél zelf om vragen. Nu zal dus nimmer iemand weten dat er één verstandige wethouder is, die mij desgevraagd schreef, “Ik ben van mening dat een weblog alleen zin heeft als er met zeer grote regelmaat updates aangeleverd worden en zij bijdragen aan de discussie“. Iets verderop, “Ik volg de weblogs van mijn collega’s en zie tot op heden nog weinig van zinvolle discussie ontstaan“.
Eveneens niets negatiefs over de voormalige Doornse plucheplakkers, die destijds niet eens doorhadden dat Doorn het epicentrum van MALDD was en die kern dus de beste papieren had als ‘residentie’. Maar dat ze de grond van het oude gemeentehuis aan een projectontwikkelaar hadden beloofd en dat onze Heuvelrugse Bouwmeesters er ineens achter kwamen dat het toch wel een héél mooi plekje was voor hun ambtenarenhordehol. Helaas ook geen kritiek op onze gemeentelijke topeconomen, die de kwestie op kosten van de onderhorigen afkochten voor twee-komma-negen-miljoen euro. Weg met het allitererende grapje ‘De pléiade plukt het plebs voor een perceel zo groot als een postzegel’. Niemand zal weten dat Hopman Naafs mij toevertrouwde dat een appartementencomplex op die locatie toch geen gezicht was en ik mij hardop afvroeg of een bureelkleverspakhuis er dan zo gezellig uitzag.
Nee, ditmaal aandacht voor de mooie zondag. Heerlijk gefietst, onder andere langs de Maarnse zandafgraving, waar ik vroeger veel speelde. Aangekomen bij de Pyramide van Austerlitz, waar het gezellig druk was, dacht ik met weemoed terug aan de tijd dat mijn kinderen zich daar zo amuseerden. En wat was ik blij met het SMS’je van mijn dochter, ze was goed aangekomen in Rome, de piloot was dronken want het vliegtuig wiebelde, ze zat in een hotel in het centrum van de stad en het avondeten was vies.
Knap hypocriet trouwens, een armoedeconferentie organiseren in een gemeente die zijn hebberigheid én gebrek aan inzicht moet bekopen met 2,9 miljoen euro. Zo blijft het banksaldo van de minima negatief.
Hans Hermans, 22 april 2007
Meer
dan half vol
Kijk Hans dat vind ik nou zo geweldig aan jou mijmeringen, je gaat je
dan zo vrolijk voelen. Want er kan zoveel in dit cultuurlandschap.
Lekker fietsen in de
gemeente, kanoen en zwemmen in de wetering met dit weer, wandelen in
allerlei richtingen. Biertje en ijsje erbij bij al die prettige
horecapunten. Je moet soms wat handicaps overwinnen blijkt ook uit je
column. Het is net golven maar dan zonder lidmaatschap. Ik weet uit
betrouwbare bron dat enkele wethouders en ambtenaren bezig zijn om
tonnen geld binnen te halen voor nog meer van die eerder beschreven
activiteiten. Hulde.
Mewis Breij, 26-4-2007
Michiel van der Vlist, 6-5-2007
Stroom
Kort geleden kwam ik na een dag barre bureelarbeid mijn straat ingereden. Het was in de nadagen van de hete aprilmaand. Op het grote grasveld stond mijn overbuurman met ouderschapsverlof én dochterlief op de arm van de zon te genieten. Aangezien we altijd wel iets hebben te bespreken, stapte ik op hem af. Ondertussen bewoog een colporteurpaar van beiderlei kunne zich overal aanbellend voort door de wijk. De telkens korte gesprekjes bij de voordeuren verrieden niet veel goeds, althans, niet voor het gewin van dit stel. Terwijl buurman en ik de wereldproblemen doornamen, af en toe overstemd door het gekraai van zijn jongste spruit, hield ik heimelijk de colporteuse in de gaten. Want ik moest wel zorgen bij mijn huis te zijn als deze, op afstand te oordelen, schone jongedame bij mij het pad op kwam lopen.Eenmaal voor mijn huis aangekomen, begon de hooggehakte juffrouw druk gesticulerend in haar mobieltje te orakelen. Het wufte wicht spelde met schelle stem meerdere malen hetzelfde moeilijke woord; zeker een slechte verbinding. Toen ik intussen in mijn deuropening de lederen voetbal van overbuurmans zoontje stond op te pompen, werd ik plotseling opgeschrikt door de snuggere opmerking, “zo, zijn we ballen aan het oppompen”, van de door mij alweer vergeten viriele helft van het deurventersduo. Ik hield mij in. Zonder een antwoord af te wachten op zijn serviele vraag of hij mij mocht storen, trachtte de man mij groene stroom aan te smeren. Uiteraard van een bedrijf dat volgens de Consumentenbond leverancier van de goedkoopste stroom in ons land was. Binnen 15 seconden droop de glibber onverrichter zake af, echter niet eerder dan nadat hij mij op temerige toon een prettige voortzetting van de dag had gewenst. Terwijl die geblondeerde tut nog steeds voor mijn huis in haar gsm stond te tetteren, dwaalden mijn gedachten af.
Waar waren de tijden van weleer? De tijden van PUEM (stroom), WMN (water), GZO (gas), PTT en NBM (bus). Milieu en privatisering bestonden nog niet, dus ook geen torenhoge milieuheffingen of sportclubs sponsorende energiebedrijven met betekenisloze namen. Gas, licht en water kostten een schijntje, terwijl de service ongekend hoog was. De onderscheidene meters werden altijd opgenomen door een rijzige man in een lange, krakende bruinleren jas. Nadat de immer zwijgzame man de meter had beschenen met een met zink-koolbatterijen gevulde staaflamp en de stand had genoteerd, vertrok hij met een, “tot de volgende keer maar weer mevrouwtje”. De gemeente Driebergen had eigen vuilnisauto’s met gemeentepersoneel en het ongesorteerde huisvuil uit de gegalvaniseerde vuilnisbakken werd op het gemeentelijke ‘stort’ aan de Traay gekieperd. De peilbuizen ter hoogte van Bornia verraden nu nog de locatie van het afgedekte afval. ‘Gemeentemannen’ in bruine manchesterpakken veegden de wegen en onderhielden de plantsoenen.
En nu? Alles is tegen hoge prijs uitbesteed, geprivatiseerd, milieugecriminaliseerd, getrinitrotolueerd en geconnexxioneerd. Waarom wordt de complete overheid of, als proefkonijn, de gemeente Utrechtse Heuvelrug niet geprivatiseerd? De Driebergse winkeliers hebben al een succesvol beginnetje gemaakt; onlangs sloten zij een collectief contract met een ander vuilophaalbedrijf, waar ze meer krijgen voor minder geld. Profijtelijk privatiseren blijkt dus wél te kunnen. Of is dat roeien tegen de stroom in?
Hans Hermans, 3 juni 2007
Inderdaad, leve de privatisering.
Spanning
“Ja maar…”, zei de wethouder van sociale zaken zorgelijk. “Niks ja maar,” onderbrak de burgemeester haar en hij benadrukte, “dat nieuwe zwembad komt er gewoon en die andere worden gesloopt.” Hij vervolgde zijn betoog, “ik weet dat je er nu gewoon heen kunt lopen, maar één zwembad is meer dan genoeg. Vele instanties fuseren, dus waarom zouden wij achterblijven met drie aftandse zwembaden in één gemeente. Ze zijn sterk verouderd en vies en de bezoekersaantallen lopen al jaren terug. Met de riante opbrengst uit grondverkoop kunnen we de uit de hand gelopen verbouw van dat ene gemeentehuis en de nog niet afgeschreven renovatie van de te sluiten gemeentewerf een beetje goedmaken. Er komen drie prachtige landhuisparken, de omwonenden hebben dan geen last meer van schots en scheef geparkeerde auto’s in de wijk en ze kunnen weer buiten zitten zonder irritante zwembadgeluiden. Een groot multifunctioneel zwembad bij de nieuwe gemeentewerf is werkelijk uniek, inwoners kunnen een bezoek aan het bad combineren met het afgeven van hun grofvuil.” “Maar de werf en het zwembad hebben niet dezelfde openingstijden”, pareerde de nog steeds niet overtuigde wethouder triomfantelijk. “Die worden gelijkgetrokken,” grijnsde de voorzitter, “daarvoor gaan de reinigingsrechten met 25 euro per jaar omhoog. Uiteraard beleggen we voor de vorm inspraakavonden in de drie kernen waar de zwembaden verdwijnen. De omwonenden hebben al toegezegd goed stemming te komen maken, ze willen immers graag van die baden af. Voor de bouw van het nieuwe bad is trouwens geen inspraakprocedure nodig, er staan daar maar een paar woonhuizen. We gaan echter nog meer bouwen, daarom nu het woord aan de daarvoor verantwoordelijke wethouder.”“Ja,” begon de wethouder, “er komen luxe tweekappers op de plaats van het voormalige openluchttheater en op het kazerneterrein komen geschakelde villa’s; de kazerne wordt wegens defensiebezuinigingen gesloten. Het grote politiebureau langs de snelweg wordt vanwege de vertrokken commandant en de corruptie onder enkele functionarissen gereorganiseerd en verplaatst naar elders; dat is een mooie locatie voor sociale rijtjeshuizen. Voorts komen er 10 herenhuizen op het terrein van het postkantoor. Die grote 1000-dingen-supermarkt haakt gelukkig af en verdwijnt; de grond krijgen we voor een prikkie. Kunnen we eindelijk een mooi dorpshuis bouwen met daarboven negen etages appartementen voor starters. Tot slot worden de begraafplaatsen verkleind door selectieve ruiming, zodat we daar seniorenwoningen kunnen bouwen.” “Dat kan toch niet zomaar”, gilde de tegendraadse wethouder met ook maatschappelijke zorg in haar portefeuille. “Alles kan,” verzuchtte de wethouder van volkshuisvesting en tevens partijgenoot van de burgemeester, “we gaan hiermee lekker binnenlopen, vooral als we straks zelf de ozb-verhogingen mogen bepalen”.
“Oké, geen gezeur verder,” blafte de voorzitter geïrriteerd, “ik heb mijn orders van bovenaf, we moeten alles volbouwen. Ik heb jullie allen niet voor niets in deze politieke komkommertijd teruggeroepen van jullie drie maanden durende zomerreces. Ik wil dit snel afhandelen en ik verzoek jullie dringend zeer stevig te lobbyen bij de raadsleden. Dwarsliggers vliegen er direct uit; zes wethouders in zo’n gat als dit zorgen onder de inwoners toch al voor veel tegenstand en spanning.”
Hans Hermans, 22 juli 2007
Feestput
Interimonderklerk der derde klasse Van den Puttelaar zat te dommelen achter zijn lege bureau. De meeste bureelklevers waren op vakantie, dus er viel weinig te kletsen. Hij was al gauw uitgekeken op enkele simpele computerspelletjes die standaard in elke computer zitten. Wel had hij een paar spannende dagen beleefd aan het rondneuzen in de gemeentelijke basisadministratie; de chefcommies burgerzaken had het wachtwoord in zijn la laten rondslingeren. Van den Puttelaar was inmiddels precies op de hoogte van wie waar woonde en wie er waren gescheiden; hij had zich echter vooral verbaasd over het grote aantal steuntrekkers en wie dat waren. Er zat er eentje tussen uit zijn buurt, een miezerig mannetje, dat hij elke ochtend in een beige regenjas en met een bruinlederen aktetas naar de bushalte zag lopen. Die vent schaamde zich zeker om zijn hand op te houden en hield dus al geruime tijd de buurt voor de gek. Put, zoals hij vaak werd genoemd, nam zich voor die buurman eens te gaan volgen. Want waarom zou een werkloze elke ochtend om half negen met een aktetas op de bus stappen? Misschien kluste die vent er wel zwart bij, bedacht Put ineens, en dan kon hij hem lekker anoniem aangeven.Terwijl hij nog over die stiekeme zwartwerker zat te mijmeren, werd Put opgeschrikt door Piet van de postkamer. Piet had welgeteld één envelop voor Put. De envelop bleek een aanvraag voor een financiële bijdrage voor een straatfeest te bevatten. Want daar was Put immers tijdelijk voor ingehuurd, om de verwachte grote hoeveelheid van deze aanvragen in behandeling te nemen. Het klusje was zo geklaard, het formulier, dat op de gemeentelijke website is te downloaden, stelde werkelijk weinig voor; naam van de straat, datum feest, vijf namen van straatbewoners met handtekeningen, naam van de hoofdaanvrager en zijn rekeningnummer. Betaalopdracht invullen voor de comptabele en alweer klaar.
Put had doorgeleerd voor straatfeestvergoedingsbehandelaar, maar hij begreep hier niets van. Dat formulier zat écht verkeerd in elkaar, er was niet op vermeld of je nog een vergunning moest aanvragen, het bevatte ook niet het logo van de gemeente en er stonden bovendien geen condities op. De gemeente had enorm veel propaganda gemaakt, je kon geen krant openslaan of er stond wel een bericht in dat er nog steeds voldoende geld over was voor straatfeesten. Ook was er op diverse internetsites ruim aandacht besteed aan dit unieke initiatief om het ‘buurtgevoel’ te verbeteren. Je zou daarom verwachten dat de aanvragen zouden binnenstromen, zeker met zo’n juridisch slap aanvraagformuliertje. Maar er waren niet meer dan iets over de dertig aanvragen binnengekomen sinds de gemeente een maand geleden het eerste persbericht had verspreid. Put had nog wel een voorstel gedaan voor een beter formulier, maar de verantwoordelijke wethouder was op vakantie, dus verdween zijn suggestie in de bekende onderste la.
“Nee, volgend jaar dient de gemeente dit professioneler aan te pakken, misschien moet ik daar maar eens een uitvoerig bestuurlijk advies over schrijven om mijn opdracht te verlengen”, peinsde een wegdoezelende Van den Puttelaar.
Hans Hermans, 5 augustus 2007
Volhouden
Beste bezoeker, hartelijk welkom op mijn weblog. Hierin informeer ik u graag over mijn werkzaamheden als burgemeester van onze prachtige gemeente. Verheugd kijk ik uit naar uw reacties.Maandag
Een rustige maandagochtend, mijn secretaresse juffrouw Fritscheck was jarig, ze
trakteerde op zelfgebakken apfelstrudel. De rest van de ochtend een leerzaam
rondje langs de ambtenaren; eentje had een leuk spelletje op zijn computer. Na
de lunch een bezoekje aan mevrouw Eeuwema, zij vierde haar 100ste
verjaardag. De directie van huize Maneomortem, waar weduwe Eeuwema woont, had
voor heerlijke gebakjes gezorgd. Daarna een boeiend gesprek met hangjongeren,
die allen netjes rechtop zaten; het probleem begrijp ik dan ook niet. Ik
trakteerde de jongelieden op een frisse Harry Limesorbet. ’s Avonds een
jubileumfeest bij de brandweer, de spuitgasten hadden een buitengemeen zalige
barbecue georganiseerd.
Dinsdag
Vandaag met de wethouders op werkbezoek bij banketfabriek Jankater. Nou, deze
koekenbakkers zijn krek geen krentenkakkers; de vergunning voor uitbreiding van
de productiehal is inmiddels rond. Na het middageten kwam het bestuur van
harmonievereniging ‘De Blaaskaken’ op bezoek. Er zijn constructieve afspraken
gemaakt; zo komen de muzikanten op mijn verjaardag enkele marsen voor mijn
ambtswoning spelen. Bij de thee een voortreffelijke slagroomtaart van de
bestuursvoorzitter. De rotary bestond 75 jaar, mijn vrouw en ik waren die avond
uitgenodigd voor een delicieus diner dansant.
Woensdag
Vandaag kwam een delegatie van onze stedenbandgemeente uit Translavinië op
werkbezoek. We kregen allerlei streekgebonden lekkernijen aangeboden, zeer
smakelijk bij de koffie. Tijdens de lunch bespraken we het tegenbezoek. Daarna
een gezellige fietstocht door de kernen met een ijsjespauze en tot besluit in
het Hortensium een kopje thee met lekkere schwarzwalderkirschtorte. ’s Avonds
een groots afscheidsbanket in toprestaurant Maire Moyeu.
Donderdag
Sapperdemallemosterdpot, wat gaat zo’n week met bijzondere en belangrijke
bestuurlijke bezigheden toch snel, het was alweer donderdag. De ochtend was
vrijgemaakt voor collega’s uit mijn vorige gemeente. Ze wilden weleens weten of
ik het hier net zo goed doe als daar. De koffiepauze was een hoogtepunt, eerste
klerk Van Kleffens had namelijk mijn lievelingskoekjes meegebracht. Tussen de
middag een gezonde werklunch met mijn secretaresse. Tja, dat viel een beetje
tegen, ik ben eigenlijk geen vegetariër. Daarna bracht ik met de wethouder van
sociale zaken een bezoek aan het nieuwe dorpshuis. Wat een fantastisch bouwwerk,
vooral de keuken was een streling voor het oog en wat er tegen zessen uitkwam
hetzelfde voor de tong.
Vrijdag
Een overvolle agenda voor de laatste werkdag. We begonnen al vroeg aan het
ingelaste collegeoverleg. Veel geruzie over alle bouwplannen, maar juffrouw
Fritschecks zelfgebakken kletskoppen bij de koffie bedaarden de gemoederen. De
traditionele vrijdagse vis bij het gezamenlijke middagmaal vormde een perfecte
afsluiting van het pittige debat. Na de paling kwam pastoor Pleiadus
kennismaken. Wat een aardige man, hij bracht een door zijn huishoudster gebakken
chocoladecake mee; verrukkelijk bij de thee. Helaas moest ik vanavond werken, er
was een afscheidsreceptie georganiseerd voor de hoofdcommies
kopieerpapierinkoop. Moe, maar voldaan van de borrelhapjes kwam ik thuis. Vol
bewondering vroeg mijn vrouw hoe ik toch van die lange werkweken kon volhouden.
Hans Hermans, 16 september 2007
Beste Hans, jammer dat je niet door hebt dat de werkweek van onze burgervader niet op vrijdagavond ophoudt, maar vaak ook verplichtingen in het weekend schept, waardoor zijn sociale leven wel erg inhoudsloos dreigt te worden.
Jan Dogger, 16-9-2007
Beste Jan, Jammer dat
jij niet doorhebt dat de lol van een mop af is als je de clou gaat
uitleggen.
Hans Hermans, 16
september 2007
Graag wil ik burgemeester worden. Maar dan wel van een zelfstandige, kleine gemeente. Zonder samenvoegings- of herindelingsperikelen. En vooral exclusief benoemd, verre van een onzalig referendum met de non-keuze tussen twee kandidaten van dezelfde partij.
Weblog burgemeester G. Zwets
Wat een gedoe de afgelopen weken over een gekozen burgemeester in onze gemeente!
Het lijkt wel of de firma J. Demol het openbare leven heeft overgenomen in onze gemeente. De ene kandidaat biedt je een extra hypotheek aan tegen lage rente, de ander een gratis abonnement in ons sportcomplex, om maar niet te spreken over de gratis tweede auto die je krijgt bij een stem op kandidaat A.S. Falt. Een paar keer flink tekeergaan op internet en er zijn alweer mensen, die deze personen steunen als kandidaat voor het burgemeesterschap. Het is bij de Wild rechtsaf.
Of de bestuurlijke kwaliteit van de kandidaten goed genoeg is, daar zal ik geen uitspraak over doen. Waarschijnlijk denken zij, dat we nog in het Swiebertje-tijdperk leven, waarin de burgemeester lintjes doorknipte en koekjes at bij Saar.
Dat een gemeente inmiddels een bedrijf is met een omzet van miljoenen, hebben ze blijkbaar niet in de gaten. En aangezien een burgemeester tussen de sociale kontakten door ook nog eens bezig is om het belang van alle burgers en bedrijven te dienen, wordt blijkbaar vergeten. Om leiding te geven aan een groep vrijwilligers, die in hun schaarse avonduren proberen het beste voor deze gemeente te bedenken is een uitdaging die ik graag aanga. Iedere groep wil zich graag laten horen, dus hebben we inmiddels zes wethouders. Soms is het spitsroeden lopen, maar dan kan het bijwonen van een huwelijksfeest net die ontspanning geven, die het leven mooi maakt.
En natuurlijk kan ik
kiezen voor het bedrijfsleven. Daar kan ik met mijn kwaliteiten
minimaal het drievoudige
verdienen. Maar de uitdaging is daar minder.
Ik wil als kandidaat vanuit het openbaar bestuur de handschoen wel
oppakken. Voortaan zal deze weblog elke veertien dagen worden gevuld
door een collegelid, waarin hij of zij een stelling en mening zal
geven. Dan kunnen we eindelijk invvulling geven aan het openbare
debat als de inwoners van deze gemeente tenminste mondig genoeg
zijn.
Jan Koert Lange, 17-9-2007
Heet
Een doordeweekse dag, ‘s morgens rond 10.00 uur, het belooft heet te worden. Halverwege de Schellingerlaan, nabij zwembad de Zwoer, komt een grote gele bus in een van de parkeervakken tot stilstand. Op de bus met dubbele cabine staat de naam van een grondwerkbedrijf uit Biggeveen. Het eerste dat uit de openzwaaiende deuren komt, is een mengeling van zware shagrook, zweet, rubber, goedkoop parfum en een grondlucht. Vervolgens stapt een compleet gezin uit; pa in hemd en te strakke korte broek, armen vol tatoeages, shaggie in de mondhoek; ma gehuld in sarong zo groot als een lits-jumeauxlaken en krijsend tegen haar ruziënde zoon en dochter. Allemaal schijnbaar weggelopen uit de eerste aflevering van een afslankprogramma op SBS 6. Onder luid gevloek dat ze zover moeten lopen, zet de familie zich moeizaam in beweging, de nodige zwembadattributen en een kanjer van een koelbox meeslepend.Kort daarna verschijnt er een Volvo Estate, met daarachter een caravan van Amerikaans formaat. De bestuurder stapt boos uit bij de nawalmende bus en beent verontwaardigd zijn woning binnen om vervolgens drukpratend met zijn echtgenote en wildgebarend naar de bus weer aan de weg te verschijnen. Het is duidelijk, de man had graag zijn caravan op de plaats van de bus willen parkeren. Even later is hij drukdoende, onder ‘deskundige’ regie van vrouwlief, de lange combinatie achteruit het tuinpad op te laveren. Uit het geïrriteerde geschreeuw van beiden blijkt duidelijk dat het slecht lukt.
Intussen staat pa bij de kassa van de Zwoer vier euro tachtig per persoon af te tikken, waarbij het woord ‘laaielichters’ valt. Langs de toiletten lopend zegt ma tegen haar koters dat ze maar in het water “motte pisse” omdat de “plee’s meure”. Later komen ze ook nog tot de ontdekking, dat de weinige kruidenbaden die het wél doen, niet naar kruiden ruiken. Naarmate de dag vordert, loopt de zwemwaterkwaliteit sterk terug door het telkens afspoelen van de forse, zwetende en ingesmeerde lijven, waarbij en passant ook het blaasvocht in het bassin wordt achtergelaten.
Het is ver na negenen als het gezin vertrekt, een enorme berg troep op het grasveld achterlatend. “Dat ruimt het personeel wel op”, mompelt pa gemaakt geaffecteerd onder zijn hangsnor vandaan.
De geagiteerde Schellingerlaanbewoner verstuikte diezelfde dag zijn enkel toen hij zich uit zijn woonwagen verstapte. Zijn avondlijke hardlooprondje kon dus niet doorgaan en tegen tienen besloot hij om dan maar enkele baantjes te gaan zwemmen in de Zwoer. Nadat hij zich had verbaasd over de toegangsprijs van € 4,80 (ƒ 10,60!), meer dan een verdubbeling in minder dan 5 jaar, vroeg hij zich vertwijfeld af wat er met de vele pittige prijsverhogingen en de stevige subsidies, waaraan hij als inwoner van Driebergen immers flink had meebetaald, was gebeurd. De zwemhal zag er verouderd uit en bij de toiletten stonk het. Hij is econoom en tijdens het zwemmen in het urinewarme water bedacht hij dat het toch wel gek was dat een late-avond-baantjeszwemmer net zoveel moet betalen als een dagrecreant. Zou door een lager avondtarief het enorm gezonde banenzwemmen niet sterk kunnen toenemen, waardoor ook de omzet stijgt?
Thuisgekomen vond de banenzwemmer met behulp van Internet uit, dat de Zwoer minstens een euro duurder is dan de meeste overige zwembaden, die daarnaast ook nog vaak een gereduceerd avondtarief kennen.
Hans Hermans, 11 juni 2006
Onder het motto dat zwemmen in Driebergen moet blijven,
moet je je gaan afvragen hoe dat dan moet. Ik ga even kort door de bocht.
Er moet in elke plaats in Nederland een overdekt zwembad zijn voor
zwemonderricht en sportief zwemmen. Zo’n zwembad kan eventueel door de gemeente
gesubsidieerd worden. Dat betekent dat zwembaden die zich zo nodig moeten
profileren als ‘tropisch zwemparadijs’ uitgesloten zijn van overheidssubsidie.
Dus geen knuffelwanden, sauna’s en wat dies meer zij.
In mijn visie krijgt de Zwoer dus geen cent subsidie meer. Om toch het zwemmen
voor Driebergen te behouden en tegelijk de lasten voor de burgers te
verminderen, zou ik voor willen stellen een nieuw overdekt zwembad te bouwen in
aansluiting op sporthal Hoenderdaal. Bouw hier een vijftigmeter wedstrijdbad
plus een instructiebad op de plek van de parkeerplaats. Parkeren doe je
vervolgens op het dak van het zwembad.
Hoe betaal je zoiets? Kan het allemaal niet berekenen, maar op de plek van de
Zwoer kun je al snel 30 villa’s kwijt in de prijsklasse van 5 tot 10 ton. Kan de
gemeente al gauw 5 miljoen opleveren en de huidige zwembadsubsidie kan afbouwend
naar Hoenderdaal Zwem worden overgeheveld. En net als nu in Hoenderdaal Sport
gaat de klant per uur betalen voor het gebruik van de voorzieningen.
Kortom: een door de gemeente gesubsidieerd zwembad dat zich profileert als een
soort recreatieobject is niet langer aan de orde. De gemeente subsidieert
hoogstens het sportief en onderrichtend zwemmen.
Renk Knol, 11-6-2006
In aanvulling op het door Renk gestelde wil ik even het
volgende kwijt. In een commissievergadering van de Driebergse raad heb ik dit
eens naar voren gebracht. Het bleek vloeken in de kerk te zijn. In de raad van
de Heuvelrug weer eens ter sprake gebracht. Ook dit maal geen respons. Een visie
op de zwembaden zal er niet komen de eerste vier jaar. Maar ……. de wethouder
deelde wel mede dat ‘De Zwoer geen regionale status krijgt’. Misschien komt er
toch nog iets van in de verre toekomst.
Sybe Streekstra, 12-6-2006
Hans Hermans, 12-6-2006
Hans,
Kort lontje
Tegen het einde van de herindelingsperikelen plaatste ik met hoge frequentie ingezonden brieven in de Stichtse Courant. Mijn sarcastische geschrijf leverde veel bijval op uit het dorp; leuk, daar was ik echter niet op uit. Mijn belangrijkste doel was om politici openlijke reacties te ontlokken. Maar nee hoor, niets van dat alles, terwijl al die partijpaljassen voortdurend wel de mond vol hebben over het contact met de burger. De enige reactie kwam van dorpsoudste en salonsocialist Kozijn, die niet eerder dan pas op de laatste Driebergse raadsvergadering het lef had de uitgeverij van de Stichtse op te roepen mij de mond te snoeren. Wat een heldhaftige democraat, zeg.Begin dit jaar vroeg Renk Knol mij toe te treden tot het columnistengilde van Driebergen.net (Heuvelrugnieuws.nl). Ik was nog niet zo bekend met zijn levenswerk, maar bij nadere beschouwing raakte ik hiervan al gauw onder de indruk. Renk dacht kennelijk dat een beetje extra vuurwerk op zijn site geen kwaad kon. Ik op mijn beurt zag in dit medium, naast de krant, een prachtig laagdrempelig platform om door te gaan met het prikkelen van al die partijparticipanten. Renk zei ooit in een interview dat Driebergen.net onder andere was bedoeld om de burgers bij het gemeentelijke beleid te betrekken. Volgens mij is hij daar met deze zeer breed opgezette site goed in geslaagd. Maar nu eens kijken of het Heuvelrugse politbureau ook iets meer kan worden betrokken bij wat er onder de burgers leeft.
Het staat een ieder vrij om op werkelijk elk (nieuws)bericht op Driebergen.net te reageren of brieven in te zenden. De afgelopen maanden heb ik dan ook niets anders gedaan dan het plaatsen van chargerende reacties onder vooral politiek getinte nieuwsberichten. Resultaat? Nul komma nul. Ja, af en toe reageerde webmaster Renk, maar dát was nou net niét de bedoeling. Ook bij terugzoeken in het uitgebreide archief kwam ik maar weinig constructiefs uit de politiek tegen.
Maar wel tijdens de laatste verkiezingen elkaar verdringen en met geile blik in jullie ogen naar het publiek schreeuwen dat jullie nu écht de burger overal bij gaan betrekken. Wel, fractiefraseurs, pathologische partijprutsers en schichtige schepenen, kom tevoorschijn uit jullie gemeentelijke grotten. Kom ons af en toe iets uitleggen op deze site of in de krant, reageer op (misplaatste) aantijgingen of doe (tegen)voorstellen. We willen met jullie communiceren, correleren en discussiëren, we willen interactie op Driebergen.net. Kortom, kom jullie verkiezingsbeloftes na. Want net als voorheen geven jullie, heerlijk neergevlijd op fluwelen raads- en schepenzetels, nog steeds niet thuis. Ja, ja, het is ons bekend, de raadsvergaderingen zijn openbaar, maar dat esoterische gewauwel is niet bevorderlijk voor onze spijsvertering en het wekelijkse Gemeentenieuws is veel te statisch. Dus kom op plucheplukkers, maak van Driebergen.net een échte politiek interactieve site. Maak er vuurwerk van, hier zijn korte lontjes wél toegestaan.
Hans Hermans, 21 mei 2006
Jan-Koert Lange, 22-05-2006
Misschien is het wel de toon die
de muziek maakt.
Jan Zwart, 22-05-2006
De schrijfstijl van
Hans is bekend, scherp en niets verhullend.
Ik heb recent een stuk geplaatst over de fietspaden en ook daar is de
reactie (tot nu toe) nul komma nul. En dat vind ik jammer. Een
gemeenteploeg die graag het elektronische platform wil inzetten voor
diensten, toegankelijkheid en andere ambities, moet zelf ook openstaan
voor de communicatie. Recentelijk las ik dat er 2 miljoen euro wordt
uitgetrokken voor het station. Laten we stellen dat 5000 mensen per dag
van het station gebruik maken, dan is het 400 euro per persoon. Ik hoop
dat voor zoveel geld ook de fietspaden een facelift krijgen. Of praten
we op Driebergen.net tegen doven en zijn onze vertegenwoordigers blind
of zelfs digibeet?
Jozeph Verbon, 23-05-2006
Geachte heer Van Wikselaar,
Ook wethouders mogen zich wat meer profileren op deze site en niet
net doen of nu ineens velen niet op de hoogte zouden zijn van
Driebergen.net. Deze
site draait lang genoeg mee om het bestaan ervan inmiddels ook bij de
raadsleden van gemeente Utrechtse Heuvelrug (bah, wat een
verschrikkelijke
naam toch) als bekend te mogen veronderstellen. Het gaat mij er vooral
om,
dat er nimmer vanuit de gemeente en/of de politiek wordt gereageerd op
ingezonden brieven in kranten en op deze site. Er wordt eigenlijk
helemaal
nooit gereageerd, behoudens wat suffige opmerkingen uit de oppositie.
Pak
gelijk even de ingezonden brief mee van Jozeph Verbon, “Wie bedenkt de
wijzigingen aan de weg?” Dan kan hij zijn weddenschap met mij winnen.
Hans Hermans, 24-05-2006
Het begin van een politiek interactieve site is er, want wie hebben er
inmiddels zoal gereageerd? Een echte wethouder die alle Heuvelrugse
wethouders, raadsleden en overige politici kond gaat doen van het bestaan
van deze site én ze dringend gaat verzoeken pro-actief deel te nemen. Voorts
een buurman van een politicus van een piepklein partijtje, een ambtenaar
(weliswaar van een andere gemeente, maar toch..), de echtgenoot van een zeer
belangrijk gemeenteraadslid (zou hij echt op eigen initiatief hebben
gereageerd?) en tot slot een “zwartwerker”.
Hans Hermans, 26-05-2005
Afschrikken
Zwierig reed een zwarte MPV de lommerrijke laan in. “Kijk, in dat witte huis gaan we wonen”, zei de chauffeur. “Wauw, wat een joekel, vet cool pap”, riepen de kinderen op de achterbank. De vrouw naast de man vroeg met bezorgde blik: “Is het niet een beetje asociaal dat we gaan wonen in een huis, waarvan de opknapkosten onderhand nog hoger zijn dan de prijs voor een behoorlijk onderkomen?” “Begin je nou weer,” zei de man licht geïrriteerd, “die sukkels van de raad hebben het toch goedgekeurd?” “Ja maar,” repliceerde zij, “dat half miljoen is wel mooi de belastingbetalers ontfutseld, ik voel mij daardoor knap opgelaten. En wat moeten we eigenlijk in dat veel te ruime buitenverblijf? Bovendien zijn ambtswoningen allang uit de mode; ik ga toch echt niet de gedienstige gastvrouw uithangen voor je VVD-vrinden, als je dat maar weet. Waarom verkoopt de gemeente die tent eigenlijk niet, anderhalf miljoen levert dat pandje zo op.”Pa was nu echt boos en direct nadat hij zijn bolide bruusk voor het bouwhek had stopgezet, sprongen de tieners opgelucht naar buiten; hun ouders deden de laatste tijd niets anders dan bakkeleien over dit bouwwerk. De kinderen hadden gehoord dat de commissaris vond dat ze in dit huis moesten gaan wonen; hij had gezegd dat de krappe en dure woningmarkt in deze regio zou kunnen afschrikken. Vreemd, want hun vader verdiende best wel veel geld en mensen die niet zoveel verdienden, konden toch ook huizen in deze regio kopen? Een tijdje geleden hadden ze gelezen dat de gemeenteraad alles had gekonkelfoesd in een besloten vergadering. Waarom mocht daar niemand bij zijn? Gek hoor. En waarom was er 25 jaar niets aan het onderhoud gedaan? Allemaal onbeantwoorde vragen. Ze waren bang dat ze op school zouden worden geplaagd met al die aandacht in de media.
Maar nadat het gezin eenmaal ‘Villa Pecunia’ was binnengegaan, werd iedereen toch wel weer enthousiast. “Kijk dat gepoetste parket en die prachtige plavuizen eens, oh wat een grote en leuke keuken”, glunderde moeder. “Wat een gave grote slaapkamers”, riepen de kinderen, die naar boven waren gerend. Er waren slaapkamers zat, daar hoefden ze geen ruzie over te maken. “Hier komt mijn werkkamer,” zei vader, “dan ziet iedereen die ’s avonds langsloopt mij zwoegen achter mijn spelletjescomputer.” “Zeg lief, waar komt de ontvangstruimte voor de gasten eigenlijk?”, vroeg de first lady treiterig. “Ach schat, dacht je nu werkelijk dat ik hier relaties over de vloer wil hebben, ze komen maar naar kantoor”, riposteerde haar wederhelft stoer. Onderwijl waren de pubers boven toch aan het bekvechten geslagen wie welke kamer mocht hebben. “Even ‘burgemeestertje’ spelen, die kijvende koters kalmeren”, en het gezinshoofd stoof omhoog.
Toen papa even later zelfingenomen over zijn pedagogische kwaliteiten de krakende trap afdaalde, vroeg de kandidaat-kasteelvrouwe: “Hoeveel huur moeten we eigenlijk gaan betalen voor dit protserige paleisje?” Manlief haalde zijn schouders op: “12% van mijn brutojaarinkomen exclusief emolumenten, dus ruim duizend euro per maand; de werkelijke huur van een kleine drieduizend euro zou alleen maar afschrikken.”
Hans Hermans, 4 november 2007
Naast de met aandacht geformuleerde proza constateert de auteur uitsluitend formeel besloten, openbare en controleerbare feiten. Er blijkt niets onoorbaars. Wat is nu exact de pointe? Is het soms de verontwaardiging over het feit dat de burgemeester van de gemeente Heuvelrug voordelig woongenot kent? Een werkgever in de particuliere sector rekent ook geen hoofdprijs voor het betrekken van een dienstwoning door een empoyé. Groet,Hugo Zelders, 5-11-2007
Dienstwoningen zijn uit de tijd. Ze zijn op termijn ook niet zo gunstig voor de bewoner als wel eens wordt voorgesteld. Niet als de aanstelling niet voor het leven is. Want na afloop van de ambtsperiode moet de woning weer vrijgemaakt worden voor de volgende ambtsdrager. De beampte profiteert niet van de stijging van de waarde van de woning en het wordt dan heel moeilijk een volgende woning te financieren. Geef die man gewoon een salaris dat hem in staat stelt zelf een woning te kopen. Net als andere mensen.
Hoi Hugo,
Jan-Koert Lange, 5-11-2007
Michiel,
De voorraad zelfstandige woningen en appartementen in Nederland bedraagt 7 miljoen stuks. Ongeveer de helft daarvan wordt gehuurd. 3.5 miljoen huurders ‘profiteren’ dus niet van de waardestijging; sterker nog, al deze huurders betalen ook nog eens de volle mep aan huur. Wat ga je daar aan doen?
Hans Hermans, 5 november 2007
Hans:
Zolang mensen de vrije keuze hebben tussen kopen of huren, zie ik geen aanleiding “er iets aan te doen”. Het wordt natuurlijk wat anders als mensen niet genoeg verdienen om een eigen woning te financieren en wel gedwongen zijn om te huren. En dat is helaas voor veel mensen het geval.
Columniks
Beste meneer Knol,Nee, ditmaal geen ophitsend epistel van Hans, maar een brief van zijn vrouw. Ter
wille van de lieve vrede heb ik hem verboden voor deze keer een column te
schrijven.
Lang voordat Hans aan de beurt is, wordt hij al onrustig en struint hij nerveus
de lokale media af op vooral politieke berichten. Al zijn schaarse vrije tijd
gaat op aan dat columngedoe, omdat Hans maar denkt dat iedereen op zijn mening
zit te wachten. De kinderen en ik hebben toch ook aandacht nodig? En wat dacht u
van de huishoudelijke klusjes? We konden niet meer naar buiten kijken, zo vies
waren de ramen. Daarom heb ik na de Sinterklaas de kranten bij hem weggehouden
en heeft onze zoon de computer onklaar gemaakt.
Sorry hoor, meneer Knol, maar onze decembermaand was wel heerlijk rustig en
de kerst reuzegezellig.
Wat Hans ook leest, er volgt niets anders dan negatief commentaar en luid
gescheld. En het interesseert de rest van het gezin werkelijk niets, al die
politiek; ik doe mijn ding en de kinderen zijn druk met school.
Zag hij een foto van weet-ik-veel-wie in de krant, zat manlief alweer te
schreeuwen: ‘wat een ongepolijste parvenu, staat die lapzwans Salverbal met zijn
handen in zijn zakken met iemand te praten.’
En toen meneer de mopperkont terugkwam van de Sint Nicolaasintocht, hij
blijft dat leuk vinden, begon hij te zeuren over die ‘heuvelrughopman in zijn
eeuwige rode ribfluwelen broek, die achter Sint Kosterman aanhobbelde.’ En dat
‘Wimmiklaas en Fritsiebaas’ op het bordes een voor kinderen onbegrijpelijk
onderonsje stonden te houden. Gaap!
Ging onze kregelige criticaster laatst een artikel zitten voorlezen over een nieuw clubhuis in Leersum; redekavelde hij vervolgens dat de gemeente zich liet ‘naaien’ door een aannemer die geen klimaatinstallaties kon aanleggen en dat wij belastingbetalers daarvoor mochten opdraaien. Hansje fietste zelfs naar Doorn om ‘die asociaal grote ambtswoning’ van de burgemeester te fotograferen en dan verkneukelde hij zich al wat hij daarover ging schrijven. Mij een worst, die man moet toch ook wonen? Of gilde hij vanachter het beeldscherm: ‘dat dorpsopperhoofd heeft al maanden niets aan zijn weblog gedaan.’ Zucht!
Voor een gezellig avondje uit met mevrouw Hermans had onze gewichtige
topcolumnist nooit tijd. Wel voor die rotkrant, van waarachter hij begin
december met een rood hoofd schreeuwde: ‘Roofridders zijn het, gauwdieven,
gluiperds.’ Bleek het om de ‘laaghartige diefstal’ te gaan van een stukje grond
aan de Lange Dreef, voor woningbouw; alsof alleen wij leuk mogen wonen.
En dan dat gescheld op die ‘regelzuchtige bureelklevers’; die mensen doen
toch ook gewoon hun werk? Wat Hans betreft mag al dat ‘gewiekste gemeentelijke
gespuis’ worden afgevoerd in die ‘gigantische, goorgrijze vullisbak’.
Nou, meneer Knol, de laatste weken heerste er een serene rust in huize
Hermans. Maar ik ben de beroerdste niet, hieronder mag mijn man nog iets aardigs
zeggen.
Met vriendelijke groeten,
mevrouw Hermans.
Hoi Renk, hartelijk dank voor het ‘podium’ dat je mij steeds weer biedt. Ik
wens jou en alle site-bezoekers een heel gezond en Heuvelrugnieuwsgierig 2008.
Hans Hermans, 6 januari 2008
Jan de Beer, 8 januari 2008
Hugo Zelders, 9 januari 2008
Verwijderd zijn een aantal reacties die in wezen niets met de column van doen hadden. Op instigatie van Hugo Zelders zal er in het vervolg alleen nog maar op een column gereageerd kunnen worden via een ingezonden brief.
Renk Knol, 11 januari 2008
Plasma
In november van het vorige jaar werden wij, Heuvelrugse onderhorigen, via alle mediumkanalen enthousiast belaagd door het zevenkoppige Doornse politbureau. De Pléiade-penoze kondigde aan de begroting voor 2008 sluitend te hebben gekregen. En dat alles nog net voor het onverwachte vertrek van een overbodige wethoudster, die overigens vreemd genoeg inmiddels is vervangen door een, naar verluidt, incapabele vutter van gelijk geloof. In het gemeentelijke propagandakrantje gebruikte ons calculatieve college zelfs de term “gepaste trots”. Nou nou, knap hoor van deze huisvlijtige hobbyboekhouders. Dat die gehele rekenexercitie van nul en generlei waarde was, bleek uit de gelijktijdige mededeling van de schraperige schatbewaarders, dat ze “financiële zorg om de toekomst” hadden. Wat heeft het nou voor zin gewichtig te berichten dat de begroting 2008 sluitend is, om vervolgens kort in het nieuwe jaar met ombuigingsvoorstellen te komen? Mijn peperdure topaccountant begreep er desgevraagd ook niets van, hoewel ik de doorgaans zeer nette man wel zoiets als “simpele dorpelingen besodemieteren” hoorde mompelen.Begin februari was er nog een andere heuglijke gebeurtenis te vieren. Een Heuvelrugse Willie Wortel bleek een wonderolie te hebben uitgevonden. Met behulp van SenterNovem had Willie’s bedrijfje ‘Green Tec Oils’ een prijs van 10.000 euro gewonnen voor een supersmeerolie. Voor de goede orde, SenterNovem is een door de overheid bekostigd clubje milieukabouters die uitvinders helpen met het opstrijken van rijkssubsidies. Op de internetsite van voormalig boorplatformist Wortel valt onder andere te lezen dat zijn plantaardige supersmeerolie als belangrijkste additief een plasma bevat dat in de jaren tachtig ook op straaljagers werd gesmeerd. En ik citeer maar even: “Hierdoor nam de luchtwrijving met maar liefst 85% af en werden snelheden tot 2500 km/h haalbaar”. Wat een opzienbarende onthulling, zeker voor een goed ingevoerde luchtvaartenthousiast als de schrijver dezes. Heel knap van onze Doornse Okkie Trooy, dat hij als enige ter wereld in staat was deze supergeheime formule te bemachtigen. De complete leer van de aerodynamica dient te worden aangepast, want als de luchtwrijving door dit plasma inderdaad met 85% afneemt, kan zelfs mijn aan chronische reumatiek lijdende oudtante een plasmabaksteen van Green Tec Oils naar de andere kant van onze aardkloot gooien. Bovendien schijnt dit “inerte, niet-giftige en hydrofobe” plasma te zorgen voor een smeerolie waarbij de motorslijtage nihil is en de brandstofbesparing kan oplopen tot 25%.
Doorn wordt het epicentrum van de mondiale energiebesparingtechnologie, de ‘Utrechtse Milieurug’. De gehele Heuvelrugse economie gaat drijven op plasmapasta en ons bekwame, ‘ombuigzame’ begrotingsbestuur vaart mee. De toch al uitgedunde bossen worden gekapt om plaats te maken voor plasmafabrieken. Alles wordt heromgebogen; de gemeentelijke belastingen kunnen met minstens 25% omlaag en de subsidies gaan fors omhoog. Bouwschandalen bestaan niet meer, alle wethouders krijgen een voor een half miljoen verbouwde ambtswoning, er wordt een tweede ‘De Binder’ gebouwd, de schandelijke stijgingen van de grafrechten worden ongedaan gemaakt, we krijgen een eigen valuta, de plasmapenning en er komt een bureelkleversclubhuis van 12 etages met vijf lagen parkeerkelders. De bende van zeven uit de Pléiade glibbert, glimmend van de plasmapommade, snel en wrijvingsloos door zijn restantregeerperiode.
Hans Hermans, 2 maart 2008
Teunis Reedijk, 2 maart 2008
Brand
“Hermans, leidt ons!”. Met deze zin eindigde Anthon Keuchenius op 8 januari zijn column “Bosbrandgevaar”. Anthon vroeg zich onder andere af wat mij beweegt om in de Stichtse Courant te schrijven en hij verzocht mij mijn bijdragen ook op deze plaats te leveren. Wel, het gekonkel van (plaatselijke) politici, hun negeren van vele signalen uit de bevolking en de gemeentelijke geldsmijterij vormen de drijfveren voor mijn niet-aflatende geschrijf. De foto van de Langbroekerdijk boven Anthons verhaal vormt een leuk bruggetje naar mijn eerste, veel te lange column over…..ja, waarover eigenlijk?Als ik in de jaren zestig de brandweersirene hoorde loeien, fietste ik als jong knulletje maar gelijk naar de toenmalige kurkplatenfabriek aan de Langbroekerdijk. Want waar moest anders de brand zijn? Ik woonde “aachter op de Troay” en kon dus niet op tijd bij de kazerne zijn om de brandweerauto’s te volgen. Vaak pakte mijn gok goed uit, er was regelmatig een prachtige fik in die fabriek, waar ‘iets’ met kurk en teer werd gedaan. De gebouwen zager er vies uit, er hing altijd een teerlucht en de zon kwam maar moeilijk door de donkere roetwolken. Kortom, ook een kind kon toen al zien dat de arbeiders met zwarte vegen op hun gezicht daar smerig werk deden. Het kan haast niet anders dan dat er destijds in die fabriek, zéker met het bluswater, een hoop troep in de grond is verdwenen.
Met de dag word ik nieuwsgieriger naar de mogelijke vervuiling van dit voormalige fabrieksterrein. Toegang wordt verhinderd door een slagboom met een bordje van de stichting Het Utrechts Landschap (HUL) met daarop “vogelrustgebied, geen vrije toegang”. Op de site van HUL is niets te vinden over dit gebied, alleen een plattegrond waarop dit roodomrande bosperceel de originele naam “De Kurk” draagt. HUL reageert niet inhoudelijk op mijn e-mailberichten. De locatie is onbekend op het “Bodemloket” van de provincie Utrecht. Een medewerker van de Sector Bodemsanering van de provincie wist van niets, maar toonde wel belangstelling.
Dan maar weer verder zoeken. HUL blijkt op 25 februari 1981 deze grond met de opstallen te hebben gekocht van de gemeente Driebergen voor de lieve som van één gulden. In de notariële akte staat onder andere dat “het verkochte ten genoegen van het college van B&W passend in het landschap moet worden ingericht”. De gemeente wilde het fabriekscomplex, waar trouwens al enige jaren geen bedrijvigheid meer was, daar weg hebben uit zorg voor behoud van het natuurschoon. Daarom is op 2 augustus 1978 door de gemeente Driebergen de hele bubs gekocht van de Nederlandsche Kurkplatenfabriek B.V. voor een bedrag van ƒ 1.480.000,00. Bij de overheid en de provincie bleken de “beschikbare fondsen” te ontbreken voor deze monsteraankoop en de gemeente had toen ook niet zoveel geld. Dus? Nou, dan maar aan de zuidkant van het toenmalige plan Hoenderdaal een extra stukje grond aan het overgangsgebied onttrekken voor de bouw van ± 13 ‘bungalows’. Opbrengst? Ruim 2,5 miljoen gulden. Een en ander is op 10 januari 1978 gedetailleerd beschreven in een voorstel van de afdeling Ruimtelijke Ordening aan de gemeenteraad.
Grond aankopen voor ± 1,5 miljoen gulden en 2,5 jaar later verkopen voor één gulden………! Bij een dergelijke transactie, zeker gezien de tijd, vallen financiële schandalen als de Roma-affaire en de recente onnodige verbouw van het Driebergse gemeentehuis volledig in het niet. Maar wat voor troep zit er nu “onder de kurk”? Daar is werkelijk niets over te vinden; in diverse HUL-publicaties valt slechts te lezen hoe lekker de natuur op “De Kurk” inmiddels bezig is.
De bungalowbewoners aan de zuidkant van Hoenderdaal weten nu waarom hun grond
zo duur was; ik weet echter nog steeds niet wat er “onder De Kurk” zit, maar
ondertussen sijpelt het wel door naar de omliggende natte gebieden. Maar ach,
wat maakt het uit, er zijn ergere dingen; want wat te denken van het feit dat
HUL toentertijd over de aankoopsom van die ene gulden geen 6%
overdrachtsbelasting heeft hoeven betalen? De inspecteur der Registratie en
Successie had hiervoor kwijtschelding verleend, schande! Overigens is dit
natuurgebied van ruim 6 hectare bij het kadaster nog steeds bekend als
“industrieterrein met bedrijvigheid”. Er kan dus nog altijd kerncentrale
“Kasteel Rijsenburg” verrijzen, koelwater genoeg.
Hans Hermans, 26 maart 2006
Geldput
Commies der derde klasse Van den Puttelaar zat te mijmeren achter zijn bureau. Put, zoals hij kortweg werd genoemd, keek tegen een hoge stapel rekeningen aan. Nadat hij als Interimonderklerk der derde klasse een uitvoerig rapport had geschreven over zijn tijdelijke functie als straatfeestvergoedingsbehandelaar, had hij een vaste aanstelling gekregen. Die ijverige Put was intussen de zelfbenoemde gemeentelijke vergoedingsgoeroe voor alle externe declaraties. En daar had hij zijn handen aan vol, want zelfs voor een scheefliggende stoeptegel liet de gemeente zich al adviseren alvorens die weer recht te laten leggen.Dus al die rekeningen hielden Put netjes van de straat. Toch vroeg hij zich ernstig af waarom de gemeente zich voor werkelijk het kleinste wissewasje door een extern bureau liet adviseren. Want de honoraria van die adviseurs waren niet misselijk. Put moest trouwens wel lachen om alle trammelant rond de ambtswoning en de te kleine aula. De gierend uit de hand gelopen bouwkosten waren klakkeloos betaald. De wethouder zei nog dat hij dat rimpeltje wel glad zou excuseren als de raad er ooit over zou gaan zeuren. De sterke stijging van de WOZ-waardes vond Put onbegrijpelijk; de behandelingskosten voor de bijna duizend bezwaarschriften hadden een zeer negatief effect op de riante inkomsten uit de ozb. Maar goed, het waren toch niet zijn centen; dat had de wethouder ook tegen hem gezegd.
Toen Put de factuur van dat architectenbureau voor het stationsplan onder
ogen kreeg, viel hij bijna flauw. ‘Een landgoed met een station erin’; nou, dat
had hij zelfs voor twee nullen minder nog wel kunnen verzinnen.
Maar het dossier ‘Dorpshuis’ spande de kroon. Het saaie geneuzel over dit veel
te ambitieuze plan had de afgelopen jaren al heel wat armlastige adviseurs uit
het slop geholpen. Door dat affreuze geleuter had Put er echter wel wat wollige
wrochtsels bijgeleerd, zoals duurzaam structureel, stedenbouwkundige
randvoorwaarden, beeldbepalende nieuwbouw en identiteit van het dorp.
En om eens kennis te maken met het deerniswaardige dorpshuisdraagvlak, bezocht
hij onlangs als toeschouwer een informatieavond over het veelbesproken
dorpshuis. Een aanwezige tegenstander omschreef later dat draagvlak als slechts
het selecte ‘ons-kent-ons-theekransje’, het kleine kringetje van politiek
correcte dorpelingen dat steevast op dit soort avonden was te vinden. Put vond
hem wel aardige argumenten tegen hebben. Zo beweerde die vent dat het
forenzendorp niet dezelfde sociale cohesie heeft als de dorpen in
Oost-Nederland, waar de dorpshuizen kennelijk een schitterend succes waren. En
die dorpscriticus vroeg zich ook af of al die geïnteresseerde verenigingen
straks wel écht met elkaar wilden samenwerken in dat ‘doelgroepenpandje met
loketten voor soft sociaal gedoe’. Die pessimist voorspelde dat de
exploitatiekosten de inkomsten zouden overstijgen. Maar dat laatste vond Put
niet zo bezwaarlijk. Zijn specialiteit was immers het betalen van lekker veel
facturen en dus ook die van het toenemende aantal uit de staatsruif vretende
instellingen met voortdurende tekorten.
De wegdoezelende Put zat te peinzen; hij zag zichzelf nog wel opklimmen tot comptabel commies der eerste klasse met onbeperkte procuratie, zodat hij gretig mee kon graaien uit de bodemloze gemeentelijke geldput.
Hans Hermans, 20 april 2008
Toekomstmuziek
Afgelopen donderdag fietste onze burgervader met zijn gevolg door Driebergen. Des avonds werden wij inwoners in de gelegenheid gesteld om met deze bestuurlijke bicycleurs in Salem van gedachten te wisselen. Overigens bleek het samenzijn in de Grote Kerk plaats te grijpen; een nijvere klerk had kennelijk de opkomst overschat.Hoe dan ook, schrijver dezes besloot ook eens acte de présence te geven, waar verscheidene aanwezigen enthousiast op reageerden; die verzuurde ouwe zeur had eindelijk eens een gezicht.
Kort na mijn binnenkomst schudde de erudiete onderwijswethouder, die zich
zichtbaar thuis voelde in dit gewijde gebouw, mij spontaan de hand. “De beroemde
scribent?”, vroeg hij bij het horen van mijn naam. De nestor was het niet altijd
eens met mijn schrijfsels, maar hij prees mij om mijn stijl. Aardige man.
Na het kopje thee kwam Hopman Naafs in de kerk gezellig naast mij zitten en
deelde mij desgevraagd mede dat zijn charmante steun en toeverlaat nu eens iets
anders had te doen. Even later vertelde hij mij, eveneens desgevraagd, dat de
Driebergse brandweercommandant op vakantie was.
De wethouderlijke propagandapraatjes gingen vooral over de toekomst van
Driebergen.
Zonder zich voor te stellen nam de dorpswethouder het
voortouw. Hoogmoedig ving hij aan met de
opmerking dat 76% van de Overbergers bij onze gemeente wil blijven. Beetje
misleidend, want het betrof 76% van de stemmers en dat is 35,5% van alle
Overbergers.
Tussendoor een verbale vacature-annonce van een brandweercommandant in
ceremonieel tenue. De spuitgasten komen in hun “dynamische organisatie”
vrijwilligers voor de dagploeg tekort. De beste man had echter zijn knopen voor
niets opgepoetst, de gemiddelde leeftijd van de weinige toehoorders lag dik
boven de vijftig.
De sociale wethoudster snoefde over het behaalde WMO-succes, waarvan ik
inmiddels van belanghebbenden heb begrepen dat de gemeente de eigen bijdrage
voor thuishulp heeft verdubbeld; dát is inderdaad een succes. En nu we toch
bijeen waren in het bedehuis, prees zij het cultuurhuis de hemel in. Jammer dat
de cultuurhuisgeile wethoudster enkele kritische vragen mijnerzijds gegeneerd
moest afdoen met, “daar is nog niet aan gedacht”. Later op de avond vertrouwde
de bouwwethouder mij toe dat het C1000-pand aan een projectontwikkelaar is
verkocht. De vraag is dus niet meer óf het dorpshuis er komt, maar wanneer. De
omstandig door de bouwwethouder opgediste proceduretijdpadrekensom kende echter
geen uitkomst.
De bouwwethouder besteedde zijn spreektijd onder andere aan het veelbesproken
stationsgebied. Hij had het voortdurend over “pareltjes” en de “schoonheid” van
ons dorp. De boodschap was duidelijk, dat station in een park gaat iets meer
kosten dan het rijk ervoor heeft begroot. Het zal mij benieuwen, zeker nu de
gemeente en ProRail al een jaar lang niet in staat zijn geweest de
verkeerslichten aan de spoorbomen te koppelen. Glimmend van trots meldde hij ook
nog dat bijna alle grond voor het bestemmingsplan ‘Lange Dreef’ is verworven; in
dit geval is ‘verworven’ een ambtelijke term voor ‘onteigend’.
Tussendoor stelden de kerkbezoekers vele vragen. Zo was daar de in blauwe
blazer gestoken, grootindustriële Loolaanbewoner die een 30-kilometerbord in
zijn laan wilde hebben. Elke dag kachelen er 8000 automobielen door de Loolaan,
wellicht met bekeurfabriek KLPD voorop. De goed gedocumenteerde man hekelde
schout en schepenen, zij hadden nimmer gereageerd op zijn schriftelijke vragen.
Vanuit de Horstlaan kwam een deftige, geaffecteerd articulerende heer het
opnemen voor de fietsers. Ook in de Horstlaan neemt het verkeer toe, waardoor
volgens deze heer de weggedrukte fietsers ten val zouden kunnen komen door de
vele gaten aan de zijkant van het wegdek. Zijn langdurige betoog ademde echter
zijn ergernis over het vele blik in zijn mooie, voorheen rustige laan.
Een mevrouw uit de Buntlaan kwam samen met haar man, een robuuste marinier
buiten dienst, haar beklag doen over de verpaupering van deze lommerrijke laan.
Zij verlangde meer onderhoud. Over onderhoud gesproken, de dorpswethouder wist
nog te vertellen dat het achterstallige snoeiwerk wordt aangepakt. Toen ik hem
in herinnering bracht dat de gemeente een aantal jaren geleden besloot daarop te
bezuinigen met de thans duurdere achterstalligheid als gevolg, ontkende hij dat
er was bezuinigd. Vreemd, waarom is er dan achterstallig onderhoud aan onze
41000 bomen?
Na de pauze de onderonsjes met de burgers. Maar buiten bleek het gezelliger,
alwaar de geldwethouder, onder het genot van een dikke sigaar, krachtig kond
deed van al zijn politieke successen, nadat ik hem had onthuld nimmer te stemmen
omdat volgens mij de vierde macht het in Nederland voor het zeggen heeft.
Tegen het einde van de avond informeerde ik bij de bouwwethouder of hij op de
hoogte was van het gerucht dat Albert Heijn Het Binnenhof aan Aldi wil verkopen.
Daar wist hij niets van, wel dat Aldi met de gemeente in gesprek is over twee
andere locaties. Zou AH tegen hem hebben gelogen, vroeg hij zich af? AH had hem
verzekerd écht twee supermarkten in Driebergen te willen uitbaten.
Tja, Ahold heeft na de kwestie ‘Appelgaard’ nog een appeltje te schillen met
onze gemeente en zal verkoop aan Aldi altijd rechtvaardigen onder de noemer
‘voortschrijdend inzicht’. Waarom heeft strateeg Ahold het perceel van de
voormalige meubelzaak achter C1000 aangekocht? En waarom is er op de Appelgaard
nu ineens wél ruimte voor een (geen AH) winkel?
Onder het genot van een plakje worst en een glaasje wijn vroeg Frits mij wat ik
van de avond vond. Laat ik het omwille van de lengte hier maar bij houden,
voorlopig voldoende toekomstmuziek.
Hans Hermans, 1 juni 2008
Ventieldopje
Afgelopen week zat ik des avonds, starend naar mijn gouden vulpen, te peinzen over een mooie column. Onderwerpen genoeg. Zoals dat opmerkelijk hoge aantal van 2100 in cultuurhuis Pléiade bezorgde WOZ-bezwaarschriften. Maar liefst 17% van de Heuvelrugse huiseigenaren had bezwaar aangetekend, tegenover het landelijk gemiddelde van 3%. Het zou te maken hebben met de hebberigheid van de woningbezitters in onze gemeente, maar ik denk meer aan een complot tussen een inhalig bestuur en ‘flexibele’ taxateurs.
Of een schimpschrift over die paar kifterige kapsoneslijers, die hun
dorpsgenoten een avontuurlijk, door een Driebergs reisbureau georganiseerd
helikoptervluchtje boven hun eigen woonplaats misgunden. Gelukkig trok de
wentelwiekvliegenier zich al gauw niets meer aan van die klagende azijnpissers
en heeft hij velen een boeiende blik op hun eigen dak bezorgd.
Maar ook dat kruiperige, politiek correcte gekonkel over hoe de Heuvelrugse
minima financieel te plezieren, was een grote columnkanshebber.
Toen kwam juffrouw Hermans thuis met de mededeling dat haar fiets bij het
station was gestolen.
Plotsklaps was de fietsdiefstal crisispunt numero één in huize Hermans. Een al heel lang onuitroeibaar verschijnsel; politieberichten in de Stichtse Courant van voor de oorlog repten al van bij het station ontvreemde rijwielen. Thans was ons gezin ook aan de beurt. Nondepielekes, bedacht ik, nog maar kortgeleden waren door mij binnen- en buitenrubber om het achterwiel vervangen, een rotklus waar die jatmoos nu de lol van had.
Hoewel pa niet in de lamp hangt van enthousiasme, heeft zijn achttienjarige meisje, alvorens een mooie studie aan te vangen, het nobele plan opgevat vrijwilligerswerk in Thailand te gaan verrichten. Met een griezelig mooi gymnasiumdiploma in haar handtasje, gaat de ex-bakvis Engelse les geven aan medewerkers van een fabriek die levert aan Fairtrade. Het zakgeld voor die periode wil freule Hermans zelf verdienen; overal in den lande werft zij donateurs voor Greenpeace. Deswege dient er naar de trein te worden getrapt.
Daar waar velen een dergelijke wederrechtelijke toe-eigening ongetwijfeld lijdzaam accepteren, rukte schrijver dezes, onder het uitstoten van enige termen die de eerste drukken van de Dikke van Dale nog vreemd waren, zich los van zijn schrijftafel, teneinde zich op de plaats delict te vergewissen van het gepleegde feit.
De des morgens correct in de stalling geparkeerde pedalette was pleite.
Minutieus speurwerk in de aanpalende drijfnatte Willinkspark-rododendrons,
waarbij ik tot mijn enkels in de humus zakte, leverde niets op. Besmeurd en boos
beende ik naar de overkant van de Hoofdstraat; ook daar geen gestolen
jongedamesfiets te bekennen. Onder luid protest van de bestolen jonge joffer, “papááá,
die fiets is weg”, spoedde ik mij naar de Zeister kant van het station. Lange
rijen roest-rossen, maar geen verdwenen vélocipède, totdat… we bij de
stationsingang aankwamen. Daar stond het ontvreemde object in kwestie, netjes op
de standaard, plompverloren midden op het trottoir te pronken. “Hij lijkt er wel
op”, piepte mijn versgediplomeerde aver nog, maar het wás gewoon haar
ex-Reviustaxi. Helemaal compleet, puntgaaf en met onbeschadigd slot.
Waarom de “imbeciel”, zoals mijn doorgaans zich netjes uitdrukkende pupil de
vileine fietsverplaatser betitelde, een afgesloten trapijzer tientallen meters
met opgetild achterwiel naar elders versleepte, zullen we denkelijk nooit weten.
Wel dat een tweede inspectie de diefstal van een essentieel onderdeel aan het
licht bracht; het nieuwe, transparante ventieldopje.
Hans Hermans, 20 juli 2008