Drieklinken RK Kerkhof

 

 

foto: Renk Knol 2000

 

De begraafplaats aan de zuidzijde van de weg is in 1872 opengesteld, nadat op last van Gedeputeerde Staten de begraafplaats bij de katholieke kerk St. Petrus’ Banden ‘wegens bezwaren voor de volksgezondheid’ gesloten was. Het oude kerkhof lag niet op een bepaalde afstand van de kom van Rijsenburg en moest derhalve verplaatst worden. Op advies van de heer van Rijsenburg (Thomas van Rijckevorsel) werd de nieuwe begraafplaats naar ontwerp van architect H.J. van den Brink aangelegd achter de tuin van het Jozefgesticht van de Zusters van Liefde van Tilburg. De rijke parochiaan Otterbein zorgde voor de financiering. Op verzoek van Van Rijckevorsel bleef een gedeelte van de oude begraafplaats bij de kerk met onder andere het graf van de familie Van Rijckevorsel gehandhaafd.


Het licht opgehoogde rechthoekige terrein wordt omgeven door een lager gelegen pad met een strook van beuken en eiken. Aan de straatzijde wordt de begraafplaats afgesloten door een monumentaal toegangshek bestaande uit een viertal geblokte bakstenen hekpijlers voorzien van een betonnen afdekplaat waartussen een dubbel en twee enkele ijzeren draaihekken zijn geplaatst. Aan weerszijden van het toegangshek sluit een laag bakstenen muurtje met ezelsrug aan. Op dit muurtje is een eenvoudig hekwerk gemonteerd. Een iets terzijde van het midden gelegen pad en een dwarspad verdelen het terrein in vier vakken. Op het kruispunt van het midden- en dwarspad staat op een hardstenen sokkel een gietijzeren kruis met driepasmotief. In het verlengde van het middenpad treffen we een grafkapel aan en linksachter op het terrein een baarhuisje.

 

 

foto: Renk Knol 2000

Het baarhuisje is vermoedelijk een ontwerp van H.J. van den Brink en is in 1873 door timmerman en metselaar Jan Appels gebouwd. Het is een eenvoudig bakstenen gebouwtje met een met leien gedekt zadeldak tussen schoudergevels voorzien van een toppilaster. Decoratieve elementen zijn de getrapte blindnissen, een profiellijst, een tandlijst en sierankers. De getoogde houten toegangsdeur is voorzien van decoratief hang- en sluitwerk. De neogotische grafkapel dateert uit 1891 en is opgericht ter nagedachtenis van de familie Van Vessem. Jonkheer H.A.L. van Vessem (1814-1891), woonachtig op Bijdorp en voormalig ritmeester, ordonnansofficier van koning Willem 111 en intendant van de koninklijke paleizen te Amsterdam en Den Haag, had reeds enkele jaren voor zijn dood zijn vrouw en een zoon ter grave gedragen.

 

 

 

foto: Renk Knol 2000

Na zijn dood werd door zijn nazaten deze kapel opgericht. Het geslacht is inmiddels uitgestorven. Het bakstenen gebouwtje is voorzien van een met leien gedekt zadeldak. Via een drietal treden bereikt men de overwelfde altaarruimte, die wordt afgesloten door een decoratief ijzeren hekwerk met kruis. In de latei boven de doorgang zijn het alpha- en omegateken aangebracht. Het spitsboogvenster boven de ingang is voorzien van hardstenen traceringen met gekleurd glas-in-lood. Een uitkragende tandlijst, siermetselwerk in gekleurde baksteen verlevendigen de voorgevel die bekroond wordt door een gietijzeren kruis. De altaarruimte is voorzien van een houten spitstongewelf en gepleisterde wanden met detaillering in schoon metselwerk. Op de vloer liggen rood-zwarte tegels. Boven het witte altaar met hardstenen mensa is op een console een Mariabeeld met Christuskind geplaatst. Langs de wanden zijn houten zitplaatsen bevestigd.

Het oudste graf op de begraafplaats uit 1853 is van Maria Th.F. Schmitz. Het heeft een liggende steen met wit marmeren kruis in een vierpas. Vermoedelijk is dit graf overgebracht van de oude begraafplaats bij de kerk. Opmerkelijk is het graf van F.A. Tepe uit 1882 in de vorm van een hardstenen kapelletje. Dit graf is mogelijk een ontwerp van Alfred Tepe.

Arch: OADR 236 nr. 47. Lit: Burg, 1989; Snijders-van Suchtelen, 1989; Verheul, 1872.
besluit: 08031994  01031999   categorie 1  R   dbr 71  71A  71B
bron: Monumenten Inventarisatie Provincie Utrecht, 1996; Driebergen-Rijsenburg, Geschiedenis en Architectuur