Introductie ’t Haagje Driebergen
andere straat intro monumenten foto’s ansichten luchtfoto woningmarkt
Naar de herkomst van de naam ’t Haagje kan slechts worden gegist; een aanvaardbare verklaring zou kunnen zijn dat de naam van doen heeft met een door een haag of heining van struikgewas omsloten gebied. Als door de gemeente vastgestelde wijknaam dateert ’t Haagje van 1899, maar dat was slechts de bevestiging van een al veel langer bestaande naam. In het gemeentearchief komt de naam ’t eerst voor in 1839, ter aanduiding van het buurtje achter Beerschoten, aan de overkant van de Arnhemsebovenweg. In 1972 werd ’t Haagje als straatnaam herbevestigd door de gemeenteraad. Maar toen was het qua omvang al niet meer ’t Haagje van vroeger. Ook de plek waarop door de woningbouwvereniging Patrimonium omstreeks 1920 arbeiderswoningen werden neer gezet werd toen ook nog tot ’t Haagje gerekend. Maar de A12 sneed er twintig jaar later dwars doorheen.
Mevrouw Van Vollenhoven, (op huize Beerschoten van 1863 tot 1872, nee, niet die van het Mevr. Van Vollenhovenpark), stichtte voor de kinderen van het kinderrijke arbeidersbuurtje een zondagschool in de tuinmanswoning van Beerschoten. In 1882 gingen de nieuwe bewoners van Beerschoten, de heer en mevrouw Willink, een stap verder. Zij lieten in ’t Haagje een ‘evangelisatielokaal’ bouwen, waar mevrouw Willink zondagschool liet houden. Het gebouw, meteen al van een luidklokje voorzien, ging in de loop der tijd dienst doen als christelijke ‘bewaarschool’, later ook als kerkje. Eerst nog in de evangelisatiesfeer, maar later vooral als wijkkerk van de Nederlandse hervormde gemeente (1931-1943). Het gebouwtje staat er nog, het is nu een steenhouwerwerkplaats.
Overgenomen uit ‘Heg en Steg’ van Dick Steenwijk
Uitgeverij Stichting Kleine Geschiedenis van de Heuvelrug, 2000
isbn 90-6720-236-3